JANTJE ZAG EENS
PRUIMEN HANGEN
Jantje zag eens
pruimen hangen
O! als eieren zo
groot.’t Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader ’t hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
Noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo volgeladen,
Mist men vijf, zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
En niet plukken; ik loop heen.
Zou ik om een hand vol pruimen
Ongehoorzaam wezen? Neen!
Voort ging Jantje,
maar zijn vader,
Die hem stil
beluisterd had,Kwam hem in het lopen tegen
Vooraan op het middenpad.
Kom mijn Jantje, zei de vader,
Kom mijn kleine hartedief!
Nu zal ik u pruimen plukken,
Nu heeft vader Jantje lief.
Daarop ging Papa aan ’t schudden,
Jantje raapte schielijk op.
Jantje kreeg zijn hoed vol pruimen,
En liep heen op een galop.
Hieronymus van
Alphen, uit Kleine gedichten voor kinderen, 1779
PRUIMENBOMEN MET EEN VERHAAL
Mijn moeder droeg het gedichtje over Jantje vaak voor .Ze
kon dat, wat mij betrof, niet vaak genoeg doen. Ik vond het een schitterend
gedichtje, zo mooi, dat ik als 12-,13-jarig meisje het tafereeltje van Jantje
onder de pruimenboom op een lopertje geborduurd heb.
Bij mijn oma stond in de tuin, vlak bij het huis, een oude
pruimenboom. Het was feest als de pruimen rijp waren. Door flink te schudden
vielen de dikke diepblauwe pruimen naar beneden. Enthousiast raapten we de
pruimen op om ze even later in de keuken op te eten. Daar hoorde steevast een
verhaal bij, het verhaal van oom Arend en de pruimenboom. Het verhaal was het leukst als oom Arend het zelf
vertelde. Ook al konden we het verhaal dromen, elke keer weer genoten we als
oom Arend het op smakelijke, humoristische wijze vertelde. Arend was als kind
al gek op pruimen. Hij was dan ook, zodra de pruimen rijp waren, niet bij de
pruimenboom weg te slaan. Hij schrok er niet voor terug de boom in te klimmen als
de oogst beneden tegen viel. Hij wist, wat pruimen eten betreft, van geen
ophouden, en dat liep wel eens verkeerd af. Zoals die keer dat hij groen en
geel van ellende in de schoolbank hing, met zulke vreselijke buikkrampen, dat
de schoolmeester besloot de kleine Arend op de fiets naar huis te brengen. Door
het gehobbel moest hij onderweg overgeven. Thuis volgde een snel bezoek aan de
wc. Meester kreeg als dank een kopje koffie aangeboden en bleef nog even zitten
praten. Toen meester weer aanstalten maakte om naar school te gaan, er zat per
slot van rekening een klas vol leerlingen op hem te wachten, vroegen ze zich
opeens af waar Arend toch gebleven was. Hij lag niet boven op bed, was niet in
huis. Ze vonden hem in de pruimenboom, hij was alweer opgeknapt en deed zich
weer tegoed aan de pruimen.
Vorige week vroeg mijn buurman of ik ook van pruimen hield.
Hij gaf me een paar kleine blauwe pruimpjes door de heg heen om te proeven. Die
smaakten naar meer, heerlijk zoet, klein maar fijn .Ik heb hem een schaaltje
gegeven en ik kreeg het vol pruimpjes terug. Smullen geblazen. Fruit en groente
uit eigen tuin smaken nog altijd het lekkerst. Aan de pruimenboom van de
buurman zit ook een verhaal. Zijn opa heeft in 1920 een pruimenboompje geplant
dat is uitgegroeid tot een flinke boom met elk jaar een hoge opbrengst aan
kleine blauwe pruimpjes. Zo’n 23 jaar geleden betrok de buurman zijn huidige
woning. Hij kreeg van een oom een heel klein pruimenboompje dat hij uit een pit
van een pruim van de oude boom van zijn opa had opgekweekt. Deze nakomeling is
ondertussen ook weer uitgegroeid tot een fraaie boom met dit jaar een hoge
opbrengst aan kleine maar fijne pruimpjes.
Pruimen in de zonnige Provence, in de buurt van Malaucène, als eieren zo groot!