Mijn zomercolumn is weer geplaatst in de Leeuwarder
Courant/Dagblad van het Noorden, zaterdag 26 augustus 2017.
Code rood
Op een zonnige vrijdag in mei word ik anders wakker dan
normaal. De huid van mijn gezicht en mijn neus voelen vreemd strak aan. Als ik
in de spiegel kijk schrik ik me te pletter. “Ben ik dat, die horrorclown?” Mijn
neus is vuurrood en opgezwollen, mijn wangen zijn ook knalrood en dikker dan
gewoonlijk. Een allergie vermoed ik, ook al kan ik niet bedenken waardoor die
allergie veroorzaakt kan zijn. In de loop van het weekend breidt de rode
huiduitslag zich verder uit. Ook mijn voorhoofd moet eraan geloven en zelfs
onder de haren kleurt het rood. De huid trekt, doet zeer en jeukt
tegelijkertijd. Ik begin me steeds zieker te voelen. De klieren in de hals zijn
pijnlijk, ik ril van de koorts en het eten smaakt niet. De rode huid onder de
ogen zwelt op waardoor de ogen diep in de kassen lijken te liggen. Zondagmiddag
heb ik 39,2 graden koorts. De dokterswacht is niet te bereiken dus zit ik pas
maandagmiddag als een zielig hoopje in de wachtkamer van de huisarts. Ik heb
het gevoel dat ik er belachelijk uitzie met die rode clownskop. Een familielid
verzekert me dat de mensen zullen denken dat ik te lang in de zon heb gelegen.
Maar de eerste de beste patiënt die een plaats zoekt bij mij in de buurt schiet
in de lach als hij me ziet. “Ja, ja mijnheer, u denkt misschien dat ik die rode
neus heb doordat ik veel te veel alcohol consumeer maar ik drink geen drup.”
De huisarts neemt contact op met een dermatoloog in de
Tjongerschans waar ik dinsdagochtend terecht kan. Daar word ik door maar liefst
drie dermatologen bekeken. Na rijp beraad besluiten ze mij door te sturen naar
de kno-arts. Hij herkent direct wat er aan mankeert. Erysipelas oftewel wondroos.
Het is code rood. Ik word onmiddellijk opgenomen. En voor het goed en wel tot
me doordringt lig ik op de vierde verdieping op een vierpersoonskamer aan het
infuus. Om de zes uur krijg ik een agressief antibioticum toegediend. Na een
dag zakt de koorts en doen de klieren niet meer zeer. Wel verga ik van de jeuk,
het voelt alsof er honderden beestjes onder mijn huid krioelen. Ik mag niets
hebben tegen de jeuk, alleen een nat washandje om mee te koelen. Mijn huid
begint te schilferen, mijn neus is versierd met een paar korsten. Ik zie er nog
steeds potsierlijk uit maar ik begin me
steeds beter te voelen.
De zon is voor mijn gevoelige en nog steeds rode
gezichtshuid niet goed. Gewapend met zonnebrandcrème factor 50, een zonnehoed
en grote zonnebril trotseer ik de koperen ploert.