Sprookjes en vertellingen van Hans Christian Andersen
Ik zoek graag in een kringloopwinkel naar oude kinderboeken.
Zo zag ik laatst een dik wit boek tussen de dunne kaftjes staan. Daar stond ik met in mijn handen de sprookjes van
Hans Christian Andersen. Ik keek snel naar de prijs in het boek. Maar 2 euro
50. Niet duur voor een dik boek dat er nog als nieuw uitziet. Dolblij kwam ik
thuis met mijn zware vracht, uitgerekend deze keer was ik lopend gegaan. Dit
boek lijkt op het boek dat ik vroeger bij mijn opa las. In zijn goedgevulde
boekenkast stond een dik wit boek met de sprookjes van Andersen. Het was
geïllustreerd met prachtige platen. Elke woensdagmiddag gingen we op bezoek bij
opa en als het geen weer was om buiten te spelen vroeg ik of ik in het
sprookjesboek mocht lezen. Het boek kwam dan op de grote tafel te liggen, een
trommeltje moest het kaft steunen. Ik moest eerst de handen goed wassen en dan
kon ik beginnen met lezen. Alleen plaatjes kijken mocht niet, ik werd na het
lezen door opa “overhoord.” Heel voorzichtig sloeg ik de bladzijden om, ik
durfde het boek nauwelijks aan te raken. Nog ga ik heel voorzichtig met mijn
boeken om. Ik zal ze nooit uitlenen uit angst een boek verfomfaaid terug te
krijgen. Ik gruw als ik zie hoe sommigen een kaft gewoon dubbel vouwen. Mijn
sprookjesboek is wel niet de oude uitgave die mijn opa had, het is een boek uit
1975 onder redactie van Alet Schouten, maar het is wel een volledige uitgave
met mooie tekeningen van Lidia Postma.
Het lievelingssprookje van opa en mij was “Het is heus waar”
over een kip die bij het veren poetsen een veertje verliest. Het verhaal wordt
doorverteld door allerlei dieren en steeds sterker gemaakt. ’s Avonds komt het
verhaal terug bij de bewuste kip: “Er is een kip die zichzelf helemaal heeft
kaal geplukt.” De kip herkent haar eigen verhaal niet. Een sprookje over iets
wat bij mensen vaak voorkomt: Bij het doorvertellen wordt een verhaal steeds
veranderd en sterker gemaakt.
Op de middelbare school hebben we “De Japanse nachtegaal”
van Andersen ingestudeerd en op een klassenavond opgevoerd. Ik speelde het arme
keukenmeisje dat de nachtegaal had horen zingen en iedereen naar de plek bracht
waar de nachtegaal zong. Harm Wiersma, later bekend geworden als wereldkampioen
dammen, speelde de knecht. We voelden ons als tieners niet te groot voor dit
sprookje.
Heel leuk vind ik het verhaal dat prinses Märtha Louise van
Noorwegen heeft verteld. Als kind wilde ze weten of ze wel een echte prinses
was. Groot geworden met de sprookjes van Andersen, dacht ze aan het verhaal van
de prinses op de erwt. Ze heeft in de keuken een erwt gevraagd en onder haar
matras gelegd .Tot haar teleurstelling heeft ze heerlijk geslapen.
Ik hoop ooit nog eens tijdens een vakantie naar Funen te
gaan, naar het land waar deze mooie sprookjes zijn ontstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten