Herinneringen aan V&D Leeuwarden
De Nieuwestad zonder V&D kan ik me niet voorstellen.
Zolang ik me kan herinneren gingen we, als we in de binnenstad waren, even bij
V&D naar binnen. Met de lift naar boven was een feest totdat mijn moeder,
mijn broertje in de wandelwagen en ik vast kwamen te zitten in een overvolle
lift. Heel vroeger had V&D zelfs personeel in dienst dat de lift bediende. Het
trappenhuis heeft ook indruk gemaakt. Prachtige brede marmeren treden die,
nadat de roltrappen zijn verschenen, er verloren bij liggen. Je moet nu zoeken
naar het trappenhuis. Uit nostalgie ben ik nog een keer vanaf de derde
verdieping via de trap naar beneden gegaan. Grappig om te zien dat de treden
tussen de eerste verdieping en de begane grond het meest versleten zijn.
Het mooist was voor ons kinderen natuurlijk de grote
speelgoedafdeling. Ik was gek op poppen en omdat V&D veel poppen had staan
kon ik er mijn hart ophalen. Niet dat ik voor mijn verjaardag of Sinterklaas
altijd precies kreeg wat ik wenste. Mijn ouders keken meer naar wat ze zelf
mooi vonden dan naar wat ik echt mooi vond. Wel mocht ik tijdens een
zomervakantie alleen naar V&D om het kleine popje, dat ik daar gezien had,
te kopen. Ik heb de hele weg gehuppeld en gedraafd. Trots kwam ik thuis met
mijn popje. Het is van goede kwaliteit want ik heb het nog steeds. De
speelgoedafdeling van nu is maar een fractie van wat hij ooit was. Wat ook al
lang verdwenen is zijn de mooie etalages. Vroeger, dan bedoel ik de jaren
vijftig en misschien nog deels jaren zestig, had V&D een grote portiek waar
je doorheen kon lopen. De etalages waren altijd mooi ingericht. Ik droomde
ervan zo’n kinderetalagepop thuis te hebben. Een speelkameraadje om aan- en uit
te kleden met mijn eigen kleren. In december waren de etalages op z’n mooist.
Hele taferelen waren uitgebeeld met bewegende Zwarte Pieten. Elke keer als we
langs V&D kwamen stonden we ons te vergapen aan al dat moois.
Wat ook veranderd is, is de entree. Vroeger had je bij de
ingang aan twee kanten een trap naar de kelder. In de kelder is een lunchroom
geweest en een supermarkt. Mijn moeder deed geen inkopen bij deze supermarkt.
Mijn tante Jannie wel. Als ze logeerde bij opa kocht ze hier allerlei lekkers.
Ik ben een keer met haar mee geweest en heb met jaloerse blikken gekeken naar
alle luxe heerlijkheden die ze kocht. Wanneer de supermarkt is verdwenen weet
ik niet, wel dat er daarna gereedschappen en tuinartikelen verkocht werden. Toen
die afdeling ook opgedoekt was werd de kelder de plek waar allerlei afgeprijsde
artikelen lagen. Daarna werd de kelder voor het publiek gesloten en verdwenen
ook de twee trappen. Bij de ingang kwam een soort serre waar ook wel boeken
verkocht werden.
De meubelafdeling op de 3e etage, de
kampeerafdeling, de stoffenafdeling, Dixons, allemaal zijn ze weg. V&D
heeft zelfs een afdeling gehad met aquariums. Ik heb er in de jaren 70 wel
visjes gekocht voor mijn aquarium. Ook een keer twee grote roze zoenvissen.
Mijn moeder wond ze vreselijk lelijk, ik vond ze aandoenlijk mooi. Ze zoenden
elkaar namelijk echt. Het waren geen makkelijke vissen om te houden, ik heb ze
helaas niet lang gehad.
Mijn tante Cathy werkte op de afdeling kinderkleding. Als we
bij V&D waren gingen we vaak stiekem naar haar kijken. Ik vond haar heel
deftig gekleed in een V&D uniform: een donkerblauw mantelpakje met een
witte blouse. Ze praatte ook heel deftig en deed heel vriendelijk tegen de
kinderen. Vroeger werd je nog geholpen, ook bij V&D. Dankzij tante Cathy
werden alle neefjes en nichtjes goed voorzien van kleding. Tante Cathy had
tijdens de uitverkoop de eerste keus en kocht dan voor iedereen afgeprijsde
kleding. Gelukkig had ze een goede smaak. Ik was altijd blij met de kleren die zij
voor me meenam. Wat was ik blij met de lange broek met een klein rood-zwart
ruitje! Heel wat anders dan die zwarte broeken met elastiek onderin de pijpen
waarover je nog een rokje droeg. Of die
lange kousen die met een jarretel werden vastgehouden en waarover je een wollen
onderbroek met pijpjes droeg. Eindelijk mocht je als meisje gewoon in een lange
broek lopen. De jongens waren minder blij met de kleding van tante Cathy. Mijn
broertje moest zuiver wollen truien en broeken dragen en verging dan de hele
winter van de jeuk. Mijn vier neefjes droegen op zon- en feestdagen overhemdjes
met een vlinderstrikje. Ze vinden nu dat ze toen voor aap liepen.
Het prijzencircus is er nog steeds maar het is een mager
aftreksel van wat het circus ooit was. Tijdens de eerste jaren van het circus
liep het personeel rond als clown en circusdirecteur en waren er echt veel
koopjes. Ook werd elk uur een ander koopje omgeroepen waar iedereen dan op
af rende. Zelfs Berdien Stenberg heeft
tijdens een circus in de winkel staan fluiten. Legendarisch zijn de leuke
vrolijke plastic tassen die speciaal tijdens het prijzencircus werden gegeven.
De fraaie kerstafdeling was ook jaren een publiekstrekker.
Maar langzamerhand is deze afdeling ook steeds kleiner geworden. Wat een feest
toen ik een keer met mijn broer vlak voor kerst aan het eind van de middag nog
even over de kerstafdeling liep toen er werd omgeroepen dat je voor 5 gulden
een grote zak met kerstversierselen mocht vullen. Wij waren er als de kippen
bij. Een echt grote zak werd gevuld met de mooiste kerstballen. Nog steeds
worden ze elk jaar in onze boom gehangen.
Wat ik ook zo mooi vind bij V&D in Leeuwarden is het
prachtige uitzicht op de Nieuwestad met de Waag vanuit het restaurant en vanuit
de herenpaskamer.
V&D, ik kom er nog steeds graag. Zonder V&D is de
binnenstad niet compleet.
Uitzicht vanuit de herenpaskamer |
Uitzicht op de Waag vanuit de herenpaskamer |
Wat leuk om te lezen over mijn oma! Ik wist helemaal niet dat ze al die jaren op de kinderafdeling werkte. Ik ben later nog zo vaak bij de V&D geweest: altijd samen naar La Place om daar gebak te eten en koffie te drinken. Nooit in Leeuwarden trouwens, wel in Leiden, Amsterdam, heel vaak Zwolle en in Assen een keer. Groetjes, Janet
BeantwoordenVerwijderenDeze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen