Voor altijd schooljuf
Mijn oma zei het altijd al: ”Onze Anja wordt later
schoelejuf”. Ze heeft gelijk gekregen. Ik werk al bijna 36 jaar als lerares
Frans en Nederlands, waarvan bijna 31 jaar aan de huidige school. Het vroegere
juffrouw is inmiddels vervangen door mevrouw. Maar voor mijn oudste
oud-leerlingen, die zelf al tussen de 47 en 50 jaar zijn, blijf ik hun Franse
juf. Ik kreeg een mail van een oud-leerling, die contact zocht i.v.m. een
reünie waar dan ook boven stond: ”Hallo juffrouw Balt”. Zij is de eerste volger
geworden van deze nieuwe site. Het doet me goed dat ze me niet vergeten zijn. Anderen
hebben oud-collega’s, ik heb oud-collega’s en daarnaast heel veel
oud-leerlingen. Een snel rekensommetje maakt me duidelijk dat ik ruim 7000
oud-leerlingen moet hebben. Ik kom ze dan ook regelmatig tegen. De meesten zijn
altijd in voor een praatje. Ze herkennen mij onmiddellijk, ik moet bekennen dat
ik soms diep moet nadenken voor ik weet wie ik voor me heb. Laatst riep het
meisje achter de kassa van de supermarkt enthousiast: ”Dag, mevrouw Balt”! “Heb
ik jou in de klas gehad”? vroeg ik. “Nee”, was het laconieke antwoord. “Maar
mijn moeder wel”. Ik heb ondertussen inderdaad kinderen in de klas van
oud-leerlingen. En dan heb ik het nog niet eens over al die ouders die mij
kennen. Juist het contact met mensen maakt het beroep van leraar zo
aantrekkelijk.
Helaas heeft het beroep van leraar niet bij iedereen een
positief imago. “Deed u vroeger goed uw best op school”? vroeg eens een
leerling. “ja, ik deed inderdaad goed mijn best en ik haalde daardoor ook goede
cijfers”. “Ik begrijp niet waarom u dan lerares bent geworden”, was het sneue antwoord.
Als ik vertel dat ik het werk niet 36 jaar zou hebben volgehouden als ik er
niet zo’n plezier in had gehad, knikken
ze begrijpend.
De schattigste opmerking, die ik ooit kreeg, kwam van een
buurjongetje van 6 jaar. Ik werkte net op mijn huidige school. Hij zag me elke
dag op de fiets, met de schooltas achterop, weg fietsen, net zoals zijn oudere
broer en zus. Op een ochtend hing hij dromerig over de heg naar me te kijken.
“Anja, wat wil jij later worden”? “Ik ben toch al wat, ik ben lerares”. Hij was
niet tevreden met dit antwoord. “Ja maar
jij wil later toch wel wat worden”? Op een school werken was voor hem blijkbaar
niet een echt beroep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten