zondag 19 juli 2015

Zomercolumn: Schon wieder


Dit is mijn zomercolumn 2015 geschreven voor de Leeuwarder Courant/Dagblad van het Noorden. Het onderwerp was: Mijn Waddeneiland en ik. Mijn column is geplaatst in de krant van zaterdag 18 juli in de bijlage over Terschelling.

 

Schon wieder

In de zomer van 1965 gaan we een week met vakantie naar Terschelling. Mijn broertje en ik zijn dolenthousiast. Naar een eiland, geweldig! Mijn ouders verheugen zich ook enorm, vooral mijn moeder, die eindelijk eens echt van een vakantie zal kunnen genieten. Op een eiland hoeft ze geen visite te verwachten zoals het jaar ervoor in Appelscha toen elke dag wel iemand voor de deur stond van ons huisje en zij voor iedereen klaar moest staan met koffie en eten gekookt op een petroleumstelletje.

Het genieten begint al met de busreis van Leeuwarden naar Harlingen. Daarna het mooiste: de boottocht. De meegebrachte boterhammen worden voor het grootste deel gevoerd aan de meeuwen die achter het schip aanvliegen. Op Terschelling weer een busreisje naar Midsland waar mijn vader in het centrum een deel van een woning heeft gehuurd. Een woonkamer, een  keukentje, twee slaapkamers, waarvan één een pijpenla. Een douche is er niet, wel een vaste wastafel. De wc moet met de bewoners en andere gasten worden gedeeld. Naar de huidige maatstaven heel eenvoudig, maar wij waren er toen heel blij mee. Vooral het uitzicht vanuit de kamer vinden we geweldig leuk. Schuin tegenover ons is een drukbezochte viskraam. De hele dag scharrelt een dikke zwarte kat  in de buurt van de kraam. Niet voor niks want ze wordt door de visverkoper goed bedeeld met stukjes vis. Wij hebben al snel vriendschap gesloten met de kat.

Van de vroege morgen tot de late avond genieten we volop. We maken lange wandelingen, rollebollen in de duinen, spelen op het strand, we gaan pootje baden in zee. We slapen als een roos na een lange dag in de gezonde zeelucht.

We hebben het gevoel ver van huis te zijn. Dat gevoel wordt nog eens versterkt doordat de andere gasten Duitsers zijn. Ik heb nog geen Duits geleerd op school, mijn vader kent echter een paar woorden Duits en daar wil hij graag mee showen. Hij meent te weten wat “mooi weer” in het Duits is. Hij treft het want de hele week is het mooi weer. En na een wederzijds vriendelijk “gutenmorgen” wijst mijn vader in de lucht en zegt trots:  ”Schon Wieder”. “Ja, ja”, mompelt de Duitser als antwoord. Mijn vader raakt helemaal enthousiast en elke keer als we het Duitse echtpaar tegenkomen kan hij het niet nalaten te zeggen: “Schon wieder”. Ik krijg wel de indruk dat het de man begint te irriteren, vooral als  hij na een toiletbezoek mijn vader tegenkomt die natuurlijk weer zo nodig moet zeggen:  “Schon wieder”.

Op de terugweg wijzen mijn broertje en ik op de boot steeds in de lucht en roepen luid: “Schon wieder”. Een nieuwsgierige medepassagier vraagt ons wat we toch bedoelen. “Mooi weer is “schönes Wetter” onderwijst hij ons. “Schon wieder” betekent “alweer”.

Op de kade in Harlingen lopen we het Duitse echtpaar tegen het lijf. “Schönes Wetter” zegt mijn vader vriendelijk en hij wijst in de lucht. “Schon wieder” antwoordt de Duitser met een glimlach.

 

De luchtfoto’s van Terschelling zijn genomen door mijn broer in augustus 2008 tijdens een vliegtochtje vanaf Eelde.