vrijdag 2 december 2016

De Moezel: wijn, wandelen, wellness


De Moezel: wijn, wandelen, wellness.

 
Eind oktober ben ik nog een week in de Moezelstreek geweest. Het is weer gelukt om een mooie vrijstaande woning te huren. De nieuw ingerichte woning ligt aan de rand van Traben-Trarbach, aan de bosrand en tegenover het zwembad/wellnesscenter Moselthermen. Doordat de woning wat hoger ligt en veel ramen heeft heb je zittend op de bank een mooi uitzicht.
 
Niet dat we de hele dag gezeten hebben. Elke middag hebben we een wandeling van drie tot vier uur gemaakt. Langs de Moezel en door de wijnbergen is het fraai wandelen, vooral in de herfst als de wijnranken geel kleuren. Ik heb gekozen voor de wijngebieden bij Mont Royal boven Kröv, bij Bernkastel-Kues, Uerzig en Piesport. Wij beschikten over een wijnkeldertje met grote keus uit de plaatselijke wijnen. De eigenaar van de woning is wijnboer en heeft een wijnwinkel en Strausswirtschaft. Bij aankomst, we moesten ons melden in de winkel, werden we in de gezellige Strausswirtschaft verwelkomd met een glas Federweisser en Zwiebelkuchen.

Elke plaats aan de Moezel heeft zijn eigen bekende wijnen. Zo heeft Zell het bekende merk Zeller schwarze Katz. Als je de plaats binnen rijdt word je begroet door een grote zwarte kat die het wijnglas heft. In het centrum is bij een fonteintje ook een zwarte kat te vinden. En hoog boven het fraaie oude stadje staan de letters: Zeller schwarze Katz. Ik heb een zwak voor deze wijn, ook omdat de etiketten zo leuk zijn. Ik kon het dan ook niet laten, ondanks ons eigen wijnkeldertje, om hier een paar flessen in te slaan. Bij Zell kun je ook mooie wandelingen maken door het wijngebied. Vijf jaar geleden hebben we een week in Zell doorgebracht en hebben daar de mooie omgeving verkend.

Uit het wijngebied boven Kröv komt de bekende Kröver Nacktarsch. In het Nederlands vertaald: blote kontenwijn. Onze wijnboer heeft hier ook zijn domicilie. Je kunt prachtig wandelen in het wijngebied. De Moezel maakt hier een bocht, aan de ene kant van de bocht zie je ver beneden je Wolff liggen, aan de anderen kant van de bocht ligt Kröv in de diepte. De wijnoogst was nog in volle gang. Ik had graag een fles Kröver Nacktarsch, met een etiket met een jochie dat een klap op zijn blote kont krijgt omdat hij van de wijn heeft gesnoept, willen hebben. Maar in ons wijnkeldertje waren ze al uitverkocht en het is er niet meer van gekomen om in Kröv deze wijn te kopen. De naam nacktarsch is een verbastering van het Latijnse woord Nectarius en het Keltische woord Nackas. Deze woorden betekenen: rotsachtige hoogte.

Uerzig is het oudste stadje aan de Moezel. Het is de moeite waard om hier even door de nauwe, sterk hellende straatjes te dwalen.  Op een helling is een aardige Kräuter en Gewürzgarten aangelegd. Je loopt zo vanuit het stadje de wijnbergen in. Het wandelt hier schitterend. Op de muren koesteren hagedissen zich in het zonnetje. Nog niet alle druiven waren gelukkig geoogst. Ik vind het een prachtig gezicht, de druiventrossen tussen de naar geel verkleurende bladeren te zien hangen. De druiven, wit of blauw, zijn overigens aan de Moezel wel van een kleinere soort dan de Franse druiven. Een bekende wijn is de Uerziger Würzgarten. Vanaf de wijnhelling aan de westkant van Uerzig krijg je een prachtig zicht op een reusachtige hangbrug in aanbouw. Of deze brug landschappelijk gezien een aanwinst is, is natuurlijk nog wel een vraag.

Vanaf onze vakantiewoning aan de bosrand in Traben-Trarbach is het ongeveer 5,5 km lopen naar Bernkastel-Kues. Als je langs de Moezel vanaf Traben-Trarbach naar Bernkastel-Kues rijdt maak je door het gekronkel van de rivier een enorme omweg. Wij reden binnendoor, een fraaie rit van ongeveer 20 minuten.  Bernkastel-Kues is een alleraardigst gezellig wijnstadje met mooie vakwerkhuizen. Aan de kant van Kues kun je mooi langs de Moezel wandelen. Hier kun je ook heel geschikt parkeren. In de wijnbergen boven Bernkastel zijn wandelingen uitgezet. Het wandelt hier goed, je kunt allerlei rondjes maken.

Voor onze laatste wandeling hebben we het wijngebied boven Piesport uitgekozen. Op de steile hellingen worden al sinds de Romeinse tijd druiven verbouwd. Dit is het gebied waar de beroemde Piesporter Goldtröpfchen vandaan komt.   Het wijnstadje zelf is klein, niet echt bezienswaardig en heeft weinig parkeerplaatsen. Bij de kerk zijn een paar parkeerplaatsen, hier begint ook de aardige promenade langs de Moezel. Een wandeling over de wijnberg is wel de moeite waard, je krijgt schitterend uitzicht op de Moezel, die hier ook een bocht maakt.

Als je van wandelen houdt, van wijnbergen, fraaie uitzichten en gezellige kleine stadjes met een promenade aan de  rivier dan is de Moezelstreek een geschikte bestemming, vooral in de herfst.

Traben-Trarbach

Bernkastel-Kues

Wijnoogst bij Bernkastel-Kues

Uitzicht op Bernkastel-Kues

Bernkastel-Kues

De vakantiewoning aan de rand van Traben-Trarbach


Uitzicht op Wolf vanaf Mont Royal

Kapelletje in de wijnbergen boven Kröv


Wijnoogst bij Uerzig

Uerzig met op de achtergrond de brug in aanbouw.

De wijnbergen bij Uerzig



Uitzicht op Piesport

Wijnoogst bij Piesport

 

zondag 9 oktober 2016

Langeland


Langeland, veelzijdig Deens eiland in de Oostzee

 
Langeland, het langgerekte (52km) smalle (max.10km) eiland in de Oostzee ten zuiden van Fünen. Vanaf de aardige havenstad Svendborg rijd je eerst over een brug, dan komt het kleine eiland Täsinge, daarna een dam naar het nog kleinere eilandje Siø en tenslotte de grote boogbrug die uitkomt bij Rudkøbing, de grootste plaats op Langeland. Over Langeland (ruim 13.000 inwoners) verspreid liggen dorpjes en havenstadjes. Het landschap is glooiend met veel graanvelden. Zowel aan de oost- als westkust zijn kleine , meestal beschutte, stranden te vinden. Er zijn kenmerkende witte kerken, een paar molens en zelfs een kasteel. De Margrietroute, bedacht door koningin Margrethe, doet ook het noordelijke deel van Langeland aan. De route gaat langs kleine idyllische weggetjes en komt ook langs het roodgekleurde kasteel Tranekaer, dat nog bewoond wordt. 

Ons vakantiehuis bevindt zich bij Ristinge in een grote agglomeratie  van houten vakantiewoningen van particulieren. Elke woning staat op een zeer ruime kavel. Wij hadden een tuin van 4000 vierkante meter met daarachter een groot graanveld en in de verte een paar meertjes. We ontdekten ook nog een klein hunebed.  Hier heb je gegarandeerd veel privacy en rust. Reeën en fazanten lopen gewoon door de tuin. De woningen liggen aan onverharde weggetjes. De onverharde wegen op Rømø waren beter onderhouden. Als het geregend heeft veranderen de weggetjes al snel in een modderpoel. Ristinge strand is vlakbij. Het is een smalle strook zandstrand beschut door een duinenrij, ongeveer 10 km lang. Het strand komt uit bij een mooie klif van 2 km lang en max. 30 m. hoog,  waar je overheen kunt lopen. Het is een mooi pad met veel wilde bloemen. Aan de ene kant zie je de Oostzee diep beneden je, aan de andere kant op dezelfde hoogte als het pad  mooie glooiende weilanden met in de verte  weer de Oostzee met de grote boogbrug bij Rudkøbing. Hier hoor en zie je nog de leeuweriken in de lucht.

In de buurt van het aardige havenstadje Bagenkop, hier liggen naast de moderne jachten ook de oude vissersboten, is een prachtig natuurgebied. Op de zuidelijke punt van Langeland bevindt zich een prachtige klif: Dovns Klint. Vanaf deze klif kun je met een beetje geluk tijdens de vogeltrek veel vogels zien. Langeland heeft ideale omstandigheden voor vogels: de kust, de kliffen waarin oeverzwaluwen hun nesten hebben, veel meertjes, moerassen en weiden. Het is het vogelrijkste gebied van Denemarken.

Een uitstapje naar het eilandje Tâsinge is ook de moeite waard. Aan zee ligt Valdemars Slot, gebouwd tussen 1639 en 1644  en ook het havenstadje Troense is heel aardig om even door te wandelen. Hier staan sprookjesachtige schattige huizen met rieten daken. Svendborg, de havenstad op het vasteland van Fünen, is een gezellige plaats die er leuk uitziet. Rudköbing, de grootste plaats op Langeland is ook een heel aardige gezellige stad. Hier heb je ook in het centrum drie gloednieuwe grote supermarkten bij elkaar: SuperBrugsen, vergelijkbaar met Albert Heyn, Netto en Fakta, twee goedkopere supermarktketens. Elk dorp op Langeland heeft trouwens zijn eigen Tagli Brugsen. Genoeg gelegenheden om boodschappen te doen. Het is wel even wennen dat het assortiment kleiner is dan we in Nederland gewend zijn. Zo zijn er geen groenteconserven. De keus is kleiner maar wat je koopt is wel van goede kwaliteit.

Denemarken, geen land van superlatieven, wel een plezierig en vooral heel rustig en vriendelijk land.

Anja Balt

Het landschap achter ons zomerhuis.

Het strand van Ristinge is ook voor rolstoelen toegankelijk gemaakt.

Het strand van Ristinge met het klif.

Het mooie wandelpad op het klif bij Risitinge.

Ons zomerhuis bij Ristinge.

Molen in de buurt van Humble.

De veerboot van Spodsbjerg naar Lolland.

De jachthaven van Rudkøbing.

Rudkøbing

Valdemars slot op Täsinge.

Het haventje van Troense.
 

De kerk van Lindelse.

Tranekaer slot

De vissershaven van Bagenkop.

Dovns Klint

zaterdag 6 augustus 2016

Zomercolumn 2016

Dit is mijn zomercolumn die zaterdag 6 augustus is geplaatst in de Leeuwarder courant/Dagblad van het Noorden.


Eugène uit Ivoorkust

 
Parijs, een  stad waar ik niet op uitgekeken raak en waar ik altijd iets beleef. Zoals in de zomer van 1975 toen ik er mijn eerste huwelijksaanzoek kreeg. Samen met Jan, een studiegenoot, zou ik twee weken doorbrengen in Parijs. Als student Frans kon ik tijdens de zomervakantie goedkoop een kamer huren in een studentenflat in Epinay-sur-Seine, een voorstad  van Parijs. Ik reserveerde twee kamers en goedgemutst kwamen we in de namiddag aan bij ons vakantieadres. We werden vriendelijk ontvangen maar er bleek een probleem te zijn. De studentenflat was bestemd voor mannelijke studenten. De man wilde voor één keer de hand over het hart strijken. Ik mocht bij uitzondering hier logeren.  
 
De Afrikaanse student, een handdoek gedrapeerd om zijn donkere lijf, viel bijna om van verbazing toen er uit de douchecel naast hem een vrouw tevoorschijn kwam. Nadat hij van de schrik bekomen was stelde hij zich voor: Gustave uit Kameroen. Het klikte en Jan en ik werden uitgenodigd om die avond bij hem te komen om nader kennis te maken. Het was reuze gezellig. Gustave vertelde dat er veel studenten uit Kameroen, Ivoorkust en Senegal waren. De volgende avond gingen we weer op bezoek bij Gustave die ook andere studenten had uitgenodigd. Ze dansten vol overgave op de muziek. Jan en ik zaten wat onwennig te kijken naar hun soepele bewegingen. Zo ging het avond aan avond. We begonnen voorzichtig mee te dansen en we luisterden naar de vaak schrijnende verhalen over heimwee en discriminatie. 
 
Eén student, Eugène uit Ivoorkust, had wel erg veel belangstelling voor mij.  Eugène  kon het zich permitteren, samen met zijn broer die ook zijn neef bleek te zijn, een kamer te huren bij een particulier. Zijn vader had genoeg geld om twee vrouwen te onderhouden. Op een avond vroeg Eugène of ik er niet voor voelde om na zijn studie zijn vrouw te worden. Ik zou in een groot huis met bedienden komen te wonen. Eugène stond erop dat we een avond bij hem thuis zouden komen.  Nadat we ons tegoed hadden gedaan aan de rijkelijke maaltijd in het studentenrestaurant vereerden we Eugène met ons bezoek. We moesten plaatsnemen aan een tafeltje. Eugène had een grote pan rijst voor ons gekookt. Hij schepte onze borden vol en goot er een scherpe rode saus over. Zelf at Eugène niet mee, hij stond geleund tegen de muur te kijken hoe wij ons door de rijstebrijberg heen worstelden. Zodra ons bord leeg was werd het weer vol geschept.  Gelukkig werden onze glazen ook steeds weer met water bijgevuld. Wij keken niet meer blij en ook Eugène keek steeds bozer. Plotseling dook zijn neef/broer op: onze redder in de nood. Hij legde uit dat je in Ivoorkust door veel en smakelijk te eten van wat je krijgt aangeboden laat merken dat je de vriendschap waardeert. Te laat.  De relatie met Eugène was onherstelbaar beschadigd.  Zijn foto heb ik nog,  een jongen die glimlachend kijkt naar de rode roos in zijn hand.

 
Anja Balt

Dit verhaal is geplaatst in de Leeuwarder Courant/Dagblad van het Noorden op zaterdag 6 augustus.

zondag 24 juli 2016

Rømø: vakantie op een Deens Waddeneiland


Het Deense Waddeneiland Rømø: langs onverharde wegen.

 
In juni heb ik acht dagen doorgebracht op het Deense Waddeneiland Rømø. Dit eiland, 3 km ten noorden van Sylt, is met een 7,2km lange dam verbonden met het vasteland. Het eiland heeft 591 inwoners, is 16,8km lang en 5,7km breed.

Ik ben gek op bijzondere woningen en ook deze keer is het gelukt iets bijzonders te huren. Ons houten roodgeverfde vakantiehuisje met rieten dak is een plaatje, een huisje uit een sprookje. Het huisje is groter dan het er uitziet, is heel comfortabel en gezellig ingericht en staat op een eigen natuurterrein van 4000 m². De woning is te bereiken via onverharde wegen. Dit is overigens normaal op Rømø, de meeste vakantiewoningen liggen aan een onverharde weg. Er zijn meer onverharde dan verharde wegen. Ons huis ligt in een rustige landelijke omgeving met heide, duinen, bos, percelen land waar paarden lopen en riet gedekte woningen op grote percelen grond. Tijdens de wandelingen kom je, met een beetje geluk, reeën, hazen, fazanten en patrijzen tegen. Overal hoor je de vogels zingen, in de bermen staan wilde bloemen.

Met de auto is het ongeveer acht minuten rijden naar het strand. Vlakbij het strand is een klein parkeerterrein maar de meeste mensen rijden door en parkeren aan de rand van het strand. Bij eb kun je doorrijden tot vlak bij de tweede duinenrij waarachter de zee zich bevindt. De weg over het harde zand is aangegeven met palen. Het strand is zo’n vier km breed, het is dus een flinke tippel. De eerste keer was het vloed en waren er op het oneindig grote strand allemaal meertjes ontstaan. Prachtig om te zien en leuk om langs te wandelen. Later in de week stonden we stomverbaasd te kijken naar de immens grote zandvlakte: er was geen meertje te bekennen, alles lag droog. De zee was bereikbaar! In de verte doemde Sylt op.

Bij Lakolk kun je ook het strand bereiken. Ook hier kun je kiezen. Of je parkeert bij het winkelcentrum vlak voor het strand of je rijdt door tot op het strand. Veel badgasten rijden door tot vlak bij de zee. Je moet wel uitkijken dat je niet in mul zand terecht komt. We zagen een camper die was weggezakt. Een Duits wagentje stond paraat om weggezakte auto’s los te trekken. Het strand is hier iets minder breed maar ook nog immens groot. Hier hangt de blauwe vlag, hier is in het hoogseizoen bewaking, hier komen de mensen om in de zee te gaan baden. In noordelijke richting kun je doorlopen tot aan het grote militaire oefenterrein.

Op Rømø geen strandtenten, ik heb één worsten/ijstentje gezien op het strand en die had nog niks te doen ook. De dorpjes stellen niet zoveel voor. Je komt hier voor de rust en de natuur. Sportief bezig zijn kan natuurlijk ook: paardrijden, wandelen, fietsen, golfen, surfen, kitesurfen, vliegeren, strandzeilen of met een kitebuggy over een daarvoor gereserveerd stuk strand racen. En wil je even weg: je gaat de dam over en neemt een kijkje in Ribe, de oudste stad van Denemarken, in Tønder, Møgeltønder of Højer.

 
Anja Balt

Klein snack/ijstentje op het grote strand.

De route over het strand naar de zee wordt aangegeven met palen.

Ons sprookjeshuisje.

Møgeltønder: een uitstapje naar het vasteland.

Het paadje naar onze vakantiewoning.

Rømø is heel landelijk.

Het strand bij Sonderby.

Het zeer brede strand bij Sonderby.

Het strand bij Lakolk.

De dam die Rømø met het vasteland verbindt.

De kerk van Rømø.

zondag 8 mei 2016

Leegstand winkelpanden: Nur gucken, nicht kaufen.


Nur gucken, nicht kaufen

 
De eerste keer dat ik deze woorden naar mijn hoofd geslingerd kreeg was op een markt in Italië.  Voetje voor voetje schuifelde ik met de mensenmassa mee langs de kraampjes met leren tassen en riemen. Toen ik even meer nieuwsgierig dan belangstellend een iets langere blik wierp op de koopwaar klonk het onvriendelijk: Holländer, nur gucken, nicht kaufen.
 
De tweede keer was in Wilen in  Centraal Zwitserland. Samen met mijn oom Reitze was ik hier op vakantie. We wilden kaarten naar het thuisfront sturen en keken bij een kiosk belangstellend bij de ansichtkaarten. Tot onze verbazing klonk er vanuit de kiosk een barse mannenstem: “Holländer, nur gucken, nicht kaufen”. Mijn oom, die een vriendelijke inborst had, wist de man te overtuigen dat we wel degelijk van plan waren kaarten te kopen. De verkoper sloofde zich hierna werkelijk uit, hij toverde vanuit de kiosk nog meer kaarten tevoorschijn, vertelde over de mooie plekjes die gefotografeerd waren. Ook legde hij uit waarom hij zo nors had gereageerd. Hij ergerde zich bont en blauw aan toeristen die de kaarten één voor één uit de standaard namen om ze daarna weer wild op een andere plek in de standaard terug te duwen. Zonder iets te kopen vertrokken ze dan weer. Met meer kaarten dan de oorspronkelijke bedoeling kwamen we weer in ons hotel. Oom Reitze maakte de man blij door ook nog een doos sigaren te kopen. Elke avond brachten we een bezoekje aan onze “vriend” en kochten een kleinigheidje.
 
Jaren geleden kwam de school in Heerenveen waar ik werkzaam was met een fietsenplan. Je kon voordelig een fiets kopen via school. Niet bij een fietsenwinkel in Heerenveen maar bij een grootschalig bedrijf ergens in Noord-Holland. Veel personeelsleden hadden wel oren naar dit fietsenplan, maar een fiets uitkiezen zonder proefrit? Laat er nu net een fietsenwinkel in Steenwijk de deuren hebben geopend. Ze maakten ook reclame in de Heerenveense Courant, de winkel beschikte over een heuse indoor fietsbaan voor proefritjes. De betreffende zaak kon zich die zaterdag verheugen op een groot aantal belangstellenden. Ook ik was van de partij. In de brochure van het fietsenplan had ik een fiets uitgekozen en in Steenwijk kon ik er een proefrit mee maken. Daar reed ik mijn rondjes, vrolijk wuivend naar de collega’s die ook hun proefrondjes reden. Het was reuze gezellig. De verkopers namen zelfs bij iedereen de juiste fietsmaat op .Op dat moment konden de verkopers nog niet bevroeden dat een groot aantal van de aspirant-kopers geen echte klanten waren. Ik hoef me overigens niet bezwaard te voelen, ik heb uiteindelijk besloten geen fiets via het fietsenplan te kopen.
 
Tegenwoordig wordt er veel gekocht via internet. Vandaag bestellen, morgen in huis. Niet goed, terugzenden, en geld terug. Ideaal toch? Maar wat doe je als je kleding of schoenen toch liever eerst past? Juist ja, dan ga je gezellig een middagje shoppen. Je past de kleding of schoenen bij een winkel in de stad, let goed op de juiste maat, kijkt of de kleur je staat en bestelt het artikel vervolgens op internet want daar is het net iets goedkoper. Nur gucken, nicht kaufen. Niet alleen kledingzaken hebben hier last van. Een fototoestel uitproberen in een fotozaak, geluidsapparatuur beluisteren, de beeldkwaliteit van een televisie beoordelen enzovoort, de mogelijkheden zijn eindeloos.
 
In Essen heeft een eigenaar van een geschenkwinkel zo genoeg  van kijkers die bij hem de producten “testen” om ze vervolgens op internet te bestellen dat hij entreegeld vraagt. Nur gucken, nicht kaufen kost er 2 euro. Vanzelfsprekend wordt de 2 euro entree weer verrekend met je aankoop. Als iemand een serieuze vraag heeft hoeft hij ook niet te betalen. Winkeliers zullen inderdaad creatief moeten zijn om klanten te binden willen ze het niet verliezen van internetwinkels. De ene na de andere zaak legt immers het loodje. Er komen steeds meer lege panden in de binnensteden. Alleen de terrasjes zijn goed bevolkt. Maar een binnenstad met alleen horecagelegenheden, is dat nou leuk?

Anja Balt

De lege panden van De Slegte en Dynabyte op de Nieuwestad in Leeuwarden.

Nog een leegstaand pand aan de Nieuwestad.

Het lege pand van schoenenwinkel Manfield op de Nieuwestad in Leeuwarden.

De panden van V&D staan leeg. Hier V&D Zwolle

zaterdag 16 april 2016

Frisian Flag: liefde voor alles wat vliegt.


Frisian Flag: liefde voor alles wat vliegt.

 

De jaarlijkse oefening Frisian Flag is weer in volle gang. De echte liefhebbers worden om half zeven ’s morgens al gespot op de spottersbult bij Marsum. Wil je een mooi plekje bemachtigen op deze bult dan moet je sowieso voor acht uur aanwezig zijn. Vanaf deze plek heb je een mooi zicht op de start- en landingsbaan en kun je de vliegtuigen zien taxiën. Maar ook vanaf het weggetje naar de spottersbult en in het land kun je de vliegtuigen prachtig zien vliegen. Dit jaar kun je voor het eerst in het weiland bij de spottersplaats parkeren. Voor drie euro per dag heb je de hele dag een mooi plekje voor je auto. Natuurlijk zijn er toch nog van die kniepstùvers die liever een boete van 90 euro riskeren dan dat ze 3 euro uitgeven. Ze gaan toch in de berm van de doorgaande weg staan. De politie patrouilleert de hele dag om deze foutparkeerders op het parkeerterrein te wijzen. De luchtmacht heeft ook drie toiletten geplaatst, voor de innerlijke mens staat vlak bij de bult een snackwagen. De patatbakker moet het vooral van de pauzes hebben want als er activiteit in de lucht is houdt iedereen zijn toestel met telelens paraat. Sommigen sjouwen een complete uitrusting mee. Trap, statief, twee camera’s, diverse lenzen. Het is mooi te zien hoe alle joekels van lenzen tegelijkertijd meedraaien met een vliegtuig en je het klik, klik, klik hoort. Als er even een pauze is zijn vogels een aangenaam doelwit van de fotografen. Veel vliegtuigfotografen zijn ook verwoede vogelfotografen. Als alle vliegtuigen zijn vertrokken, ongeveer 50 per keer, pakt een deel van de spotters de uitrusting bij elkaar en spoedt zich naar Jelsum om daar te kijken naar de terugkeer. Daar geen mooi parkeerterrein maar parkeren in de berm van de parallelweg. Wel is een container over een sloot geplaatst waar je doorheen kunt lopen om in het weiland veilig naar de vliegtuigen te kunnen kijken. Wie ook graag op de spottersbult wil zien heeft nu de kans. Met een beetje geluk heb je een plek op één van de bankjes om hier te wachten totdat de vliegtuigen weer zijn geland en langs komen taxiën. ’s Middags herhaalt zich alles. De ploeg uit Jelsum snelt weer terug naar Marsum om na het opstijgen van de toestellen  zich weer naar Jelsum te begeven. De situatie die ik nu beschreven heb is van toepassing bij Zuidwestelijke wind. Komt de wind uit het Noordoosten dan geeft de meerderheid er de voorkeur aan het opstijgen te zien bij Jelsum en het landen bij Marsum.

Niet alleen de vliegtuigen ook de spotters komen uit diverse landen. Er zijn spotters uit het hele land, Duitsers, Fransen, Belgen, Italianen, Engelsen. Veel spotters komen speciaal voor de Amerikaanse F-15’s, die vanuit Californië zijn overgevlogen.

 

Anja Balt

Franse Mirage 2000. De 9 sterren op de staart staan voor de 9 militairen van de Franse luchtmacht die zijn omgekomen op 26 januari 2015 toen een Griekse f-16 crashte op het  vliegveld van Albacete in Spanje.

F-15C Eagle uit Californië 

FA-18 Hornet van de Finse luchtmacht

Bij Jelsum is een container geplaatst over de sloot.

F-16AM Falcon van de Belgische luchtmacht

De spottersbult bij Marsum

In het acht uur journaal was maandag een reportage te zien over Frisian Flag

F-16 van de Poolse luchtmacht

Het weggetje naar de spottersbult

F-16AM van de vliegbasis Leeuwarden met Polly op de staart, het embleem van het 322 squadron.

Eurofighter Typhoon van de Duitse luchtmacht
 
Twee Tornado's van de RAF


De spottersbult bij Marsum