zaterdag 26 augustus 2017

Zomercolumn: Code rood


Mijn zomercolumn is weer geplaatst in de Leeuwarder Courant/Dagblad van het Noorden, zaterdag 26 augustus 2017.

 
Code rood

Op een zonnige vrijdag in mei word ik anders wakker dan normaal. De huid van mijn gezicht en mijn neus voelen vreemd strak aan. Als ik in de spiegel kijk schrik ik me te pletter. “Ben ik dat, die horrorclown?” Mijn neus is vuurrood en opgezwollen, mijn wangen zijn ook knalrood en dikker dan gewoonlijk. Een allergie vermoed ik, ook al kan ik niet bedenken waardoor die allergie veroorzaakt kan zijn. In de loop van het weekend breidt de rode huiduitslag zich verder uit. Ook mijn voorhoofd moet eraan geloven en zelfs onder de haren kleurt het rood. De huid trekt, doet zeer en jeukt tegelijkertijd. Ik begin me steeds zieker te voelen. De klieren in de hals zijn pijnlijk, ik ril van de koorts en het eten smaakt niet. De rode huid onder de ogen zwelt op waardoor de ogen diep in de kassen lijken te liggen. Zondagmiddag heb ik 39,2 graden koorts. De dokterswacht is niet te bereiken dus zit ik pas maandagmiddag als een zielig hoopje in de wachtkamer van de huisarts. Ik heb het gevoel dat ik er belachelijk uitzie met die rode clownskop. Een familielid verzekert me dat de mensen zullen denken dat ik te lang in de zon heb gelegen. Maar de eerste de beste patiënt die een plaats zoekt bij mij in de buurt schiet in de lach als hij me ziet. “Ja, ja mijnheer, u denkt misschien dat ik die rode neus heb doordat ik veel te veel alcohol consumeer maar ik drink geen drup.”

De huisarts neemt contact op met een dermatoloog in de Tjongerschans waar ik dinsdagochtend terecht kan. Daar word ik door maar liefst drie dermatologen bekeken. Na rijp beraad besluiten ze mij door te sturen naar de kno-arts. Hij herkent direct wat er aan mankeert. Erysipelas oftewel wondroos. Het is code rood. Ik word onmiddellijk opgenomen. En voor het goed en wel tot me doordringt lig ik op de vierde verdieping op een vierpersoonskamer aan het infuus. Om de zes uur krijg ik een agressief antibioticum toegediend. Na een dag zakt de koorts en doen de klieren niet meer zeer. Wel verga ik van de jeuk, het voelt alsof er honderden beestjes onder mijn huid krioelen. Ik mag niets hebben tegen de jeuk, alleen een nat washandje om mee te koelen. Mijn huid begint te schilferen, mijn neus is versierd met een paar korsten. Ik zie er nog steeds potsierlijk uit maar ik  begin me steeds beter te voelen.

Op Hemelvaartsdag kijk ik uit op een leeg parkeerterrein. Dit jaar voor mij geen rondje over de bloemenmarkt in Leeuwarden. In plaats van te genieten van geurige rozen lig ik te worstelen met mijn wondroos. Maar na een paar dagen verandert code rood in code groen: ik kan overschakelen op antibioticatabletten en mag naar huis.
 
De zon is voor mijn gevoelige en nog steeds rode gezichtshuid niet goed. Gewapend met zonnebrandcrème factor 50, een zonnehoed en grote zonnebril trotseer ik de koperen ploert.

 
Anja Balt