vrijdag 11 december 2015

Vergeetwoorden. Een karbies vol herinneringen, hoofdstuk 1.


Je kunt een kind adopteren, een koe, een kip of een appelboom. Ik heb een woord geadopteerd, een vergeetwoord, dat dankzij mijn adoptie is toegetreden tot het gezelschap van geadopteerde vergeetwoorden.  Een vergeetwoord is een woord dat dreigt te verdwijnen uit de Nederlandse taal. Frits Spits heeft in het radioprogramma De Taalstaat het gezelschap van geadopteerde woorden in het leven geroepen. Mijn adoptiewoord is "karbies". In onderstaand verhaal vertel ik waarom ik het woord karbies gekozen heb. Het is het eerste deel van een serie nostalgische verhalen onder de titel: een karbies vol herinneringen. 

 

Een karbies vol herinneringen.

Hoofdstuk 1

De karbiezen van oma

Mijn oma woonde op een idyllisch plekje in de kop van Overijssel. Niemand gebruikte de voordeur, iedereen liep achterom. Voor de schuurdeur stonden altijd klompen, een paar van oma en een paar van oom Wicher. Aan de klompen kon je zien wie thuis was. Binnen, naast de schuurdeur, was een haakje waaraan de karbiezen, kleurig geweven boodschappentassen, hingen. Wat vond ik dat altijd prachtige tassen met van die vrolijke kleuren en leuke franje eraan. Vergeleken met de huidige boodschappentassen waren de karbiezen wel aan de kleine kant. Dat was niet erg want er hoefden niet veel boodschappen gehaald te worden. De bakker, met de welluidende naam Trompetter, kwam aan huis evenals de melkboer. De slager bezorgde het bestelde vlees tot in de keuken. De groente kwam uit de grote moestuin. Rondom huis stonden appel- peren- en pruimenbomen. Er waren veel bessenstruiken: rode- witte- en kruisbessenstruiken. En bedden vol aardbeiplanten. De kelder leek wel luilekkerland. Op de planken weckflessen met eigengemaakte jam. Op de grond uitgespreid appels. De kippen leverden een overvloed aan eieren. Zo nu en dan werd een kip geslacht om te braden en om soep van te maken.

Het gekke is dat ik oma nooit boodschappen heb zien doen. Als ik haar voor me zie is dat op haar eigen erf of in haar eigen huis. Oom Wicher zag ik wel lopen met een karbies, hij deed de boodschappen. Ik heb uit de erfenis van oma en oom Wicher twee karbiezen. Het zijn nog nieuwe ongebruikte exemplaren. Ik vind ze nog net zo mooi als vroeger. Tot nog toe heb ik de karbiezen nog niet gebruikt maar ik sluit niet uit dat ik op een dag met mijn originele karbies een boodschapje ga doen.