zaterdag 16 april 2016

Frisian Flag: liefde voor alles wat vliegt.


Frisian Flag: liefde voor alles wat vliegt.

 

De jaarlijkse oefening Frisian Flag is weer in volle gang. De echte liefhebbers worden om half zeven ’s morgens al gespot op de spottersbult bij Marsum. Wil je een mooi plekje bemachtigen op deze bult dan moet je sowieso voor acht uur aanwezig zijn. Vanaf deze plek heb je een mooi zicht op de start- en landingsbaan en kun je de vliegtuigen zien taxiën. Maar ook vanaf het weggetje naar de spottersbult en in het land kun je de vliegtuigen prachtig zien vliegen. Dit jaar kun je voor het eerst in het weiland bij de spottersplaats parkeren. Voor drie euro per dag heb je de hele dag een mooi plekje voor je auto. Natuurlijk zijn er toch nog van die kniepstùvers die liever een boete van 90 euro riskeren dan dat ze 3 euro uitgeven. Ze gaan toch in de berm van de doorgaande weg staan. De politie patrouilleert de hele dag om deze foutparkeerders op het parkeerterrein te wijzen. De luchtmacht heeft ook drie toiletten geplaatst, voor de innerlijke mens staat vlak bij de bult een snackwagen. De patatbakker moet het vooral van de pauzes hebben want als er activiteit in de lucht is houdt iedereen zijn toestel met telelens paraat. Sommigen sjouwen een complete uitrusting mee. Trap, statief, twee camera’s, diverse lenzen. Het is mooi te zien hoe alle joekels van lenzen tegelijkertijd meedraaien met een vliegtuig en je het klik, klik, klik hoort. Als er even een pauze is zijn vogels een aangenaam doelwit van de fotografen. Veel vliegtuigfotografen zijn ook verwoede vogelfotografen. Als alle vliegtuigen zijn vertrokken, ongeveer 50 per keer, pakt een deel van de spotters de uitrusting bij elkaar en spoedt zich naar Jelsum om daar te kijken naar de terugkeer. Daar geen mooi parkeerterrein maar parkeren in de berm van de parallelweg. Wel is een container over een sloot geplaatst waar je doorheen kunt lopen om in het weiland veilig naar de vliegtuigen te kunnen kijken. Wie ook graag op de spottersbult wil zien heeft nu de kans. Met een beetje geluk heb je een plek op één van de bankjes om hier te wachten totdat de vliegtuigen weer zijn geland en langs komen taxiën. ’s Middags herhaalt zich alles. De ploeg uit Jelsum snelt weer terug naar Marsum om na het opstijgen van de toestellen  zich weer naar Jelsum te begeven. De situatie die ik nu beschreven heb is van toepassing bij Zuidwestelijke wind. Komt de wind uit het Noordoosten dan geeft de meerderheid er de voorkeur aan het opstijgen te zien bij Jelsum en het landen bij Marsum.

Niet alleen de vliegtuigen ook de spotters komen uit diverse landen. Er zijn spotters uit het hele land, Duitsers, Fransen, Belgen, Italianen, Engelsen. Veel spotters komen speciaal voor de Amerikaanse F-15’s, die vanuit Californië zijn overgevlogen.

 

Anja Balt

Franse Mirage 2000. De 9 sterren op de staart staan voor de 9 militairen van de Franse luchtmacht die zijn omgekomen op 26 januari 2015 toen een Griekse f-16 crashte op het  vliegveld van Albacete in Spanje.

F-15C Eagle uit Californië 

FA-18 Hornet van de Finse luchtmacht

Bij Jelsum is een container geplaatst over de sloot.

F-16AM Falcon van de Belgische luchtmacht

De spottersbult bij Marsum

In het acht uur journaal was maandag een reportage te zien over Frisian Flag

F-16 van de Poolse luchtmacht

Het weggetje naar de spottersbult

F-16AM van de vliegbasis Leeuwarden met Polly op de staart, het embleem van het 322 squadron.

Eurofighter Typhoon van de Duitse luchtmacht
 
Twee Tornado's van de RAF


De spottersbult bij Marsum

zaterdag 9 april 2016

Frisian Flag: hoe het komt dat ik graag naar militaire vliegtuigen kijk.


Een karbies vol herinneringen

Hoofdstuk 9

Frisian Flag: hoe het komt dat ik graag naar militaire vliegtuigen kijk.

  
Maandag 11 april begint de grote internationale vliegoefening Frisian Flag. Deze week komen de verschillende vliegtuigen binnen en brengen de transporttoestellen goederen naar de vliegbasis. De eerste spotters staan dan al bij Marsum of Jelsum klaar met hun fotoapparatuur. Ook mijn broer is elke dag van de partij. Maandag voorspellen ze zacht zonnig weer en dan zal ik ook gaan kijken naar het donderend geweld in de lucht. Ik ben vooral een fan van de FA-18. Finland komt hier met deze fraaie toestellen. Ook de Franse Mirage vind ik prachtig. Dat ik, evenals mijn broer, ook graag naar vliegtuigen kijk, is niet zo verwonderlijk. Van kind af aan kwam ik al op de vliegbasis.

Mijn vader werkte daar namelijk. Een enkele keer mocht ik met hem mee. Dat was een aparte ervaring. We gingen altijd op de fiets. Ik achterop met de benen in de grote bruine fietstassen. De vliegbasis ligt net buiten de stad. Bij de slagboom moest mijn vader zich eerst melden. Dan reden we het grote militaire terrein op. We fietsten meestal eerst langs de bomen waar de ransuilen hun vaste plek hadden. Dan stonden we stil naar de mooie vogels te kijken die op hun beurt ons aan zaten te staren. De ransuilen met hun spitse oortjes vond ik prachtig, voor de grote vliegtuigen was ik altijd een beetje bang. Als we een startbaan over moesten steken keken we eerst goed uit. Ik vond het eng als zo’n groot vliegtuig met veel lawaai over ons heen vloog. Mijn vader heeft me ook een keer een hangar laten zien waar een Hunter stond opgesteld. Van dichtbij is zo’n straaljager nog veel groter. Mijn vader klom met een lachend gezicht in de cockpit. Ik kon nog net zijn broekspijp grijpen en trok er hard aan. Ik was bang dat mijn vader weg zou vliegen. Ik stond daar te schreeuwen terwijl ik de broekspijp stijf vast hield. “Papa, papa, niet de lucht in.” Iedereen stond me uit te lachen, hij kon natuurlijk niet zo weg vliegen omdat het vliegtuig nog in de hangar stond. Wat ik heel vervelend vond was dat mijn vader later aan iedereen die het maar hoorde wilde het verhaal vertelde. Dan lachten ze zich slap en ik schaamde me kapot. Het is jarenlang het succesverhaal van mijn vader gebleven.

Ik herinner me ook nog goed het uitstapje aan de mess. Mijn vader moest op een zondag nog wat regelen op de vliegbasis en ik mocht dan  patat eten in de onderofficiersmess. Ik werd achtergelaten in de grote keuken waar ik aan een tafeltje tussen de potten en pannen kon zitten. Op een tafel in de mess had ik het toetje al zien staan. Schaaltjes gevuld  met een ananasschijf met een grote dot slagroom erop. Wat leek me dat lekker. Ik was gek op fruit en ananas kregen we niet dagelijks. Ze hadden me waarschijnlijk verlangend zien kijken naar al dat lekkers. Een soldaat nam een grote maatkan, legde een schijf ananas op de bodem en schepte er rijkelijk slagroom  bovenop. Nu was ik ook gek op slagroom maar ik was bepaald geen grote eter. Wel had ik geleerd dat je altijd je bordje leeg hoorde te eten. Dapper begon ik aan de rijstebrijberg slagroom. Verwoed zat ik met mijn lepel te zoeken naar de lekkere ananas ver onderin de kan. Pas nadat ik me dik gegeten had aan de slagroom kwamen ze erachter dat ik nog geen patat had gehad. En dus kreeg ik nog een groot bord vol patat voorgeschoteld. Toen ik alle patat naar binnen had gewerkt kon ik geen pap meer zeggen en misselijk gegeten kwam ik weer thuis.  Het heeft geen negatief effect gehad op mijn smaak. Ananas, slagroom en friet vind ik nog steeds lekker.

 
Anja Balt

Op de vliegbasis Leeuwarden zijn nog twee Hunters gestationeerd. Ze zijn in bezit van de Dutch Hawker Hunter Foundation. Op vliegshows zijn deze Hunters nog te zien.



maandag 4 april 2016

V&D Zwolle: eindelijk een etalagepop!


V&D Zwolle: eindelijk een etalagepop!

 

Vrijdagmiddag heb ik een bezoekje gebracht aan kennissen die in het Maagjesbolwerk in Zwolle wonen. We hebben de auto geparkeerd in de garage bij de Diezerpoort en eerst een leuke wandeling gemaakt langs de stadsgracht. Het is prachtig zonnig weer. Het ligt voor de hand om ook even bij V&D naar binnen te gaan nu het nog kan. In tegenstelling tot de vestigingen in Leeuwarden en Groningen, die in een opvallend pand op een eerste klas locatie zijn gevestigd, ligt deze V&D enigszins verscholen. Aan de buitenkant ziet dit pand er niet bepaald aantrekkelijk uit. Zo te zien heeft het pand van binnen nog een opknapbeurt ondergaan. Aan de zijkanten van de roltrappen zijn lichtgevende strips aangebracht die luxe ogen. Na even kort geneusd te hebben op de begane grond en in de kelder, de kortingen zijn opgelopen tot 30 % en de boeken gaan zelfs voor 50% de deur uit, gaan we naar de eerste etage. Dit is nu de aantrekkelijkste afdeling. Hier staan alle etalagepoppen op een leuke manier opgesteld. Er staan zo te zien ook meer poppen dan in Leeuwarden en Groningen. Wel jammer dat de meeste poppen geen hoofd hebben en hebben ze al een hoofd dan is het een eivormig hoofd zonder ogen, neus en mond. En is er een pop die er echt uit ziet dan is deze voorzien van een onnatuurlijke kleur. Dan ontdek ik op een tafel twee schattige babypoppen. Een liggende en een zittende pop. Er staat geen prijs op. Op de hele etage is geen verkoper te bekennen. Het wordt ook tijd om ons naar het Maagjesbolwerk te begeven. Dan straks na afloop, zo tegen zes uur, nog maar even terug gaan.

Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb de foto’s nog even bekeken en ik vind de pop toch wel heel leuk. Ik krijg er steeds meer zin in.    Even na half zes spoeden wij ons weer naar V&D. Het is nog heerlijk weer. De terrasjes zitten gezellig vol. Maar bij V&D ziet het er doods uit. De deur is gesloten. Op de deur een plakkaat dat ze al om 17.00u sluiten. Sneu maar nog wel genietend van het zonnetje zoeken we de auto weer op.

De pop laat me niet los. Ik zie het als een laatste kans een dergelijke pop te bemachtigen. We wagen een tweede poging en rijden zaterdagmiddag weer richting Zwolle. De kans is groot dat de twee poppen ondertussen verkocht zijn. Maar wie niet waagt, wie niet wint. De auto wordt weer geparkeerd bij de Diezerpoort. Het is drukker dan gisteren. Vonden we toen met gemak een ruime parkeerplek op de derde etage, nu rijden we door tot het vijfde dek in de openlucht. Eerst even genieten van het uitzicht en dan snel richting V&D. In de Diezerstraat lopen duidelijk meer mensen dan op vrijdag. We stappen V&D binnen door een andere ingang. Vrouwen staan enthousiast te graaien in een grote bak met kleurige minuscule stukjes textiel. Er staat een groot bord bij: alle zwemkleding 5 voor 5 euro. Ik laat de zwemspullen voor wat ze zijn en neem in spanning de roltrap naar de eerste etage. Oh nee, hadden we vrijdag zo goed als het rijk alleen, nu lopen er aardig wat kijkers rond. Eerst denk ik dat de poppen er niet meer staan, dan zie ik de tafel en tot mijn grote opluchting kijken vier paar poppenogen me aan. De twee poppen van vrijdag zijn inderdaad verdwenen. De liggende pop en de zittende pop met een kapot vingertje. Maar er staan vier andere poppen voor in de plaats. Maar één pop is heel, de andere drie missen of een arm of een hand. Ik neem snel de ongeschonden pop in de armen en bekijk haar aan alle kanten. Deze pop wordt het. Ze is nog aardig zwaar ook. Er is zelfs een kassa op de afdeling waar ik de pop kan betalen. 40 euro, de tweede pop voor de halve prijs. Ik overweeg nog een knalrode kinderpaspop er bij te kopen, maar een rode pop is niet zo  echt. De babypop ziet er daarentegen heel natuurgetrouw uit en heeft mooie ogen. Bovendien heeft de pop een ouderwetse uitstraling. Het zou best kunnen dat deze poppen uit de jaren vijftig of zestig stammen  en heel lang in het magazijn hebben gelegen. Ik ben er in elk geval heel blij mee. Als kind liep ik altijd langs de etalages van V&D en keek dan naar de etalagepoppen. Ik wilde zo graag een kinderetalagepop om leuk aan te kleden. Eindelijk is mijn wens in vervulling gegaan.

 

Anja Balt

De liggende babypop.

Dit is de pop die ik vrijdag wilde kopen.





Daar zit ze dan bij mij thuis, de pop die ik zaterdag heb gekocht.