zondag 29 december 2013

Oliebollen


Oliebollen

 

Eén dag voor oud en nieuw ging mijn moeder met de trein naar oma. Mijn broertje en ik bleven bij vader thuis. Zoals elke keer, als mijn moeder naar oma ging, verzon mijn vader iets leuks om samen met ons te doen. Deze keer besloot hij oliebollen te gaan bakken. Niet alleen voor ons, ook voor opa en tante Cathy, oom Arend en tante Jannie die bij opa logeerden. We vonden het prachtig te zien hoe onze vader, die nooit kookte, aan het oliebollen bakken was. Een grote pan met slaolie op het gasstel, een grote witte schaal ernaast om de oliebollen in te doen. Met twee eetlepels werden de bollen gevormd en in de olie gegooid. Mooie ronde bollen werden het niet maar dat vonden we juist zo mooi. Hoe grilliger de vorm hoe mooier we het vonden. Wat waren we trots op onze oliebollen bakkende vader. Hij bakte maar door, hij wist van geen ophouden. De eerste oliebollen werden in een zak gedaan, die waren voor de familie.  Voor onszelf bleef er een grote stapel over. Dat werd smullen op oudejaarsavond! Aan het eind van de middag brachten we de zak oliebollen naar opa en opgetogen kwamen we weer thuis.

Oudejaarsavond werd één groot feest. We speelden monopoly, onze ouders namen een glaasje boerenjongens. We smulden van de oliebollen. Wat waren ze lekker! Wat zouden opa, tante Cathy, oom Arend en tante Jannie ook smullen. We konden bijna niet wachten tot nieuwjaarsmorgen, dan gingen we erheen om nieuwjaar te wensen.

Huppelend liep ik mee nieuwjaarsdag, 40 minuten, naar het andere eind van de stad.  Zoals altijd gingen we door de achterdeur naar binnen. Iedereen was er. Opa, tante Cathy, oom Arend en tante Jannie. Ze zaten net aan de koffie. Verwachtingsvol keken we iedereen aan bij het nieuwjaarwensen. “Zeg nu iets over die lekkere oliebollen”, dachten we. Er werd over van alles gepraat, maar niet over oliebollen. “Wat heeft pappie lekkere oliebollen gebakken, vinden jullie niet”, zei ik uiteindelijk. “Lekker, lekker”, riep tante Jannie met haar harde stem .”Ze waren niet gaar, er zat allemaal beslag in. Niet te eten”. Onze gezichten betrokken. Zo  blij als we gekomen waren zo teleurgesteld liepen we terug naar huis. We waren diep verontwaardigd. Wat een eind teruglopen, we kregen ook trek in eten. Bij thuiskomst had moeder toch nog een verrassing. Het was al laat, ze had geen zin meer in eten koken, maar er waren nog oliebollen over. We kregen een oliebollenmaaltijd! En ze smaakten ons weer voortreffelijk

woensdag 25 december 2013

Het Glazen Huis in Leeuwarden


Serious Request

 

Ik had nooit gedacht dat het glazen huis zo leuk zou zijn. Twee keer heb ik gekeken. Zaterdag in de namiddag kon ik zelfs, dankzij de stromende regen, het glazen huis dicht benaderen. Ondanks de regen bleef de stemming op het plein uitstekend. Tussen zes en half zeven kwamen de 10 muziekkorpsen aan marcheren. Vanaf half negen waren ze al onderweg om in verschillende dorpen al spelend geld op te halen. Ik had door mijn natte handschoenen al koude handen, wat moeten de majorettes en muzikanten verkleumd zijn geweest. Zondag ben ik in de namiddag weer even gaan kijken. Wat hing er een gezellige sfeer in de stad. Het plein was nu bomvol, maar via de zijkant was het glazen huis nog goed te zien. Leuk om te zien hoe iedereen op de muziek van “Tsunami” en “Eat, sleap, rave and repeat” staat te zwaaien en te springen. Ik ging zelf ook uit mijn dak toen ik hoorde dat Stromae ( Paul van Haver) uit Brussel spontaan een bezoek had gebracht aan het glazen huis en daar zijn hits “Papaoutai” en Formidable” ten gehore had gebracht. Ik was helaas net te laat om het spektakel mee te maken. Ik ben zo blij met Stromae. Eindelijk weer eens Franse hits die leerlingen ook aanspreken. Regelmatig fleur ik een les Frans op met één van de clipjes van Stromae.

Over leerlingen gesproken. Ook bij ons op school is actie gevoerd voor Serious Request. Er zijn spaarvarkentjes, bekertjes snoep en armbandjes verkocht.   Een paar leerlingen hebben twee dagen tijdens de middagpauze broodjes hamburger verkocht. Een overweldigend succes.  Een lange rij wachtenden ontstond voor de buiten bakkende leerlingen. Na de pauze kwamen twee meisjes met sippe gezichten het lokaal binnen. Ze hadden de hele pauze in de rij gestaan en net toen ze aan de beurt waren ging de bel en moesten ze weer naar binnen. Ze hadden zelfs hun meegebrachte boterhammen nog niet opgegeten. De volgende dag ontdekte ik dat de klok vijf minuten was voor gezet. De leerlingen wilden voor de meute uit naar beneden om toch vooral hun broodje hamburger niet te missen. Ondertussen was er met linten éénrichtingsverkeer ingesteld en moesten de leerlingen eerst een bonnetje kopen waarmee ze een hamburger konden halen. De hamburgerbakkers hebben nog wel een half uur na de pauze door moeten bakken om de rij wachtenden weg te werken. Ze hadden de conciërge beloofd alles weer netjes op te ruimen en dat hebben ze inderdaad gedaan. Pas half drie kwamen ze het lokaal binnen, een uur in de wind stinkend, heel tevreden, ze hadden ongeveer 330 euro winst.



Een kennis heeft ter ere van haar 50e verjaardag een etentje gegeven. Ze wilde in plaats van cadeautjes een gift voor Serious Request. Hier doet ze de 260 euro in de brievenbus van het glazen huis.



In de rij voor een hamburger van 1 euro.

maandag 23 december 2013

Prettige Kerstdagen


Een echte kunstboom

 

Wat was ik als kind trots op onze nieuwe kerstboom. “We hebben een echte kunstboom”, vertelde ik aan iedereen die het maar hoorde wilde. En wat voor een boom! Eén van de eerste kunstkerstbomen die in de jaren vijftig op de markt kwamen. Een uitvouwbaar exemplaar. Een stok met daaraan kruislings boven en onder elkaar kaarsrechte takken. Allemaal even lang in een gifgroene kleur. Een boom die in de verste verte niet leek op een echte dennenboom. Wat waren we er blij mee! De boom werd elk jaar zorgvuldig opgetuigd. De grote doos met deels antieke versierselen werd van zolder gehaald. Het uitpakken van de doos was een feest van herkenning. Daar lagen op zachte watten: de kerstman, de goudvis, het vogeltje, het mandje, de klokjes, de paddenstoel, de ballen. Eerst werden op de uiteinden van de takken de kaarsenhouders geplaatst met daarin echte kaarsjes. Vervolgens werden de oude versierselen aan een rood lintje in de boom gehangen. We waren er zo voorzichtig mee dat ik nu nog verscheidene oude versierselen in de boom heb. Het fraai gekleurde mandje is er nog, een ster van stro met in het midden een engeltje, ballen met het kaarsvet er nog op, een verbleekt paddenstoeltje, het vogeltje zonder clipje, een gekleurde bal bevestigd aan een glazen stokje, door mij de lolly gedoopt. En niet te vergeten mijn lievelingsexemplaar: een oranje goudvis. Die krijgt elk jaar een ereplaats. Hoe heeft iemand het ooit verzonnen: een goudvis in een boom.  Ook de kaarsenhoudertjes zijn er nog.  We hebben de boom jarenlang weer opgezet. Daarna is de boom verhuisd naar oma waar hij een paar jaar met kerst in de voorkamer heeft staan pronken. Helaas is de boom er niet meer. Het zou een uiterst originele boom zijn geweest. Een moderne variant op de traditionele kerstboom die in een interieur anno 2013 niet zou hebben misstaan.






Krentenbrood en custardcake

Dan braken eindelijk de kerstdagen aan. Mijn moeder had zelf krentenbrood gebakken in een wonderpan op het gas. Ze had zelf een cake gebakken in dezelfde wonderpan. Het krentenbrood rook heerlijk maar was eigenlijk te stijf, te compact. Toch smulden we ervan. De cake was een keer wel erg geel geworden. In plaats van cakemeel was er per ongeluk voor een deel custard gebruikt. Het deerde ons niet, we vonden hem heerlijk. Het kerstbrood en de cake waren geen meesterwerken, de kerstboom was een vreemd exemplaar, maar door de goede sfeer genoten we enorm. Op de kolenkachel stond een pan met stoofperen te geuren, in de keuken stond een grote pan groentesoep op het gas, als toetje was er custardpudding met bessensap. Mijn vader en ik speelden kerstliederen op het harmonium, we luisterden naar kerstmuziek op de radio, we deden spelletjes, een legpuzzel kwam tevoorschijn. Ik las graag kerstverhalen. Het hoogtepunt was als in schemer de kaarsjes in de kerstboom werden aangestoken. Een emmer water werd naast de boom gezet om een eventuele brand te kunnen blussen. Op tafel brandden de kaarsjes in een op school gemaakte kaarsenhouder: een uitgeholde aardappel gewikkeld in rood crèpepapier. We snoepten van de gekleurde fondantkransjes die ook in de boom waren gehangen. Het kerstfeest was  compleet met een feestelijke kerkdienst in de kapel bij ons in de buurt. Er werd een kerstspel opgevoerd en we kregen een grote kerstkoek. Tijdens de wandeling heen en terug keken we overal naar binnen. We beoordeelden de kerstbomen om thuis tot de conclusie te komen dat onze boom toch echt de mooiste was!

vrijdag 29 november 2013

Fanfeest "In aller Freundschaft"


Fanfeest “In aller Freundschaft”

In oktober was de ziekenhuisserie “In aller Freundschaft” 15 jaar op de televisie te zien. Bijna elke dinsdagavond wordt de serie om 21.05 u door de ARD uitgezonden. Per avond kijken zo’n 6 miljoen mensen naar de serie. Ook ik kijk al heel lang, het is mijn lievelingsserie. 19 oktober was er een groot fanfeest in de MDR studio op het mediapark in Leipzig. Het is gelukt 2  van de in totaal 400 kaarten te winnen voor dit unieke feest. Samen met mijn broer, ook een fan, ben ik naar Leipzig gereisd. Wat hebben we genoten. 15 van de 18 vaste spelers waren aanwezig. We hebben met meerdere spelers kunnen praten, staan met ze op de foto. We hebben een kijkje kunnen nemen achter de schermen.

 
 
 
Alexa Maria Surholt speelt de Verwaltungscheffin van de Sachsenklinik.
 
 
Uta Schorn speelt de secretaresse van professor Simoni.
 
 
Dieter Bellmann ( professor Simoni ) en Uta Schorn ( Frau Grigoleit ) openen het fanfeest.
 
 
Jutta Kammann speelt Oberschwester Ingrid en is tevens de echtgenote van professor Simoni.
 
 
Peter Roy Link speelt dokter Ahrend.
 
 
Anna Kathrin Loewig speelt anesthesiste  dokter Globisch.
 
 
Hendrikje Fitz ( Pia Heillmann, fysiotherapeute en echtgenote van Chefarzt Doktor Heillmann ) presenteert de veiling van rekwisieten uit de serie samen met Alexa Maria Surholt en de kinderen uit de serie.
 
 
Bernard Betterman ( Doktor Stein ) en Peter Roy Link ( Doktor Ahrend ) geven uitleg in de operatiekamer.

zondag 22 september 2013

Cannes


Impressies uit Cannes

Deze zomer ben ik drie weken in Cannes geweest.

Cannes is een stad van tegenstellingen. Naast de rijken, die er grote villa’s en gigantische miljoenenjachten compleet met personeel op nahouden, logeren in luxe hotels met eigen strand, rondrijden in Ferrari’s en Bentleys, inkopen doen bij de winkels met gerenommeerde merken, zie je er ook zwervers, allochtonen die zonnehoeden verkopen om wat geld te verdienen, randgroepjongeren, oude mannetjes zonder gebit of met nog een enkele tand.

De bevolking is heel vriendelijk en behulpzaam, maar de bewoners veranderen in barbaren zodra ze achter het stuur van hun auto plaats nemen. Er hoeft maar een kleine opstopping te zijn of er ontstaat al een toeterconcert. Voorrang geef je niet, die neem je. Regelmatig zie je middelvingers uit een autoraam omhoog gestoken worden. Links en rechts schieten scooters je voorbij.   De vele rotondes, vaak met wel 5 afslagen, en de vele wegen met éénrichtingsverkeer maken het rijden er niet makkelijker op. Een auto met 06 kenteken zonder deuken en krassen is een uitzondering.

Toch is er in de stad ook rust te vinden. Hoog boven Cannes ligt het fraaie natuurgebied “La Croix des Gardes”. Hier kun je wandelen zonder ook maar iemand tegen te komen. Het is er zo stil dat de duiven van schrik uit de bomen vliegen als je er langs loopt.

Heb je niet het geluk dat je zo rijk bent dat je op een rustig privé strand kunt plaatsnemen, dan moet je genoegen nemen met een plekje op een gratis overvol openbaar strand.

Deze overvolle stranden kun je ontvluchten door de boot te nemen naar het Ile Sainte Marguerite of het nog stillere  kloostereiland Saint Honorat. Paradijselijk mooie eilandjes waar iedereen wel een privé baaitje kan vinden.

De oude wijk Le Suquet, met zijn steile pittoreske straatjes vormt een tegenstelling met het moderne Cannes. Het is alsof je opeens in een bergstadje bent beland. Vanaf het plein in Le Suquet heb je een schitterend uitzicht op het zondagse vuurwerk, dat spectaculair is.

In het moderne Cannes, met zijn Palais des Festivals, is ook nog plaats voor folklore. Ter ere van het Fête de Saint Cassien was er een optocht van Provençaalse folkloristische groepen, die na hun tocht door het centrum een aubade hielden bij het stadhuis voor de burgemeester.




 

zondag 11 augustus 2013

Franse Vliegshow


Show Aérien EALAT FFA

Zondag 21 juli ben ik naar de meeting aérien geweest op  het aérodrome van le Luc le Cannet, een helicopterbasis  in het zuiden van de Provence (Var). Naast de helicopters van de Franse landmacht vlogen er ook toestellen van de luchtmacht, marine en kleine civiele toestellen. Zo gaven twee Rafales en twee Mirages 2000N ( Ramex Delta) een demonstratie. Zo’n 25.000 mensen hadden de hitte getrotseerd en konden van11.00u tot 19.00u genieten van een onderhoudende vliegshow. Ook op de grond viel genoeg te beleven, zo kon je in verscheidene helicopters plaats nemen om uitleg te krijgen. Op de foto’s achtereenvolgens: Gazelle,Tigre,Puma,NH90, EC120 Hélidax.





zaterdag 22 juni 2013

Luchtmachtdagen Volkel



De tijd vliegt

Het thema van de luchtmachtdagen 2013 was “De tijd vliegt”.
14 en 15 juni waren er op de vliegbasis Volkel veel vliegtuigen te zien.
Er vloog zoveel moois voorbij dat de tijd inderdaad omvloog.
De luchtmacht pakte goed uit vanwege het 100- jarig bestaan.
Zo gaven de vier grote Europese demonstratieteams: de Red Arrows, de Frecce Tricolori, de Patrouille de France en de Patrouille Suisse, zowel vrijdag als zaterdag een schitterende show.
Het was twee dagen volop genieten.

 
 




zaterdag 25 mei 2013

Kruisbessenjam


Paradijs

Een groepje meiden houdt me aan in de hal. “Mevrouw, mogen we u iets vragen? Het is voor een opdracht van godsdienst. Wat vindt u van Adam en Eva?” Mijn eerste gedachte is: ”Wat moet ik daar nou op antwoorden?”. “Ik vond het als kind al een heel mooi verhaal. Dan zag ik het paradijs voor me met mooie bloemen en fruitbomen.” En opeens zie ik de tuin van oma weer voor me. Een grote tuin met veel bloemen, appel-peren- en pruimenbomen. Struiken met rode, witte , zwarte en kruis- bessen. Een moestuin vol groente, rijen met aardbeiplanten.  Die tuin was een paradijs voor ons kinderen. We deden  ons te goed aan de bessen, ik was vooral gek op de kruisbessen. We hadden veel ruimte om te spelen. Een enorme bult zand tussen twee hokken in, was één was de lievelingsplekken van mijn nichtje en mij.  Onze schommel was een stuk touw met een jute zak in het midden, opgehangen aan twee perenbomen. We mochten spelen met de kar waarop de eieren weggebracht werden. Want er waren ook kippen, veel kippen, vijf grote zwart geteerde hokken vol. We mochten nooit hard lopen langs de hokken, de kippen waren niet gewend aan rondrennende kinderen. Op mooie zomeravonden mochten de kippen even vrij rondlopen op het erf.  Achter in het weiland waren altijd schapen . We waren gek op de lammetjes in het voorjaar. Op een gegeven moment was er ook een pony. We kregen dikke plakken zelf gebakken cake, zelfgemaakte kruisbessen- en aardbeienjam op het brood. Er werd niet gevraagd: ”Wil je een eitje?”, maar “hoeveel eieren wil je? “.  Vanuit het keukenraam zag je de koeien in het weiland lopen. Vanuit de voorkamer keek je uit op de watertoren en het glooiende landschap . Toch waren er, net als in het Bijbelse paradijs, ook hier verboden vruchten. Oma had ons twee kruisbessenstruiken aangewezen waar we beslist niet van mochten plukken. “Die struiken zijn giftig, dus eet daar geen bessen van”. Er bleven zoveel andere bessenstruiken over, dat het niet eens in ons is opgekomen om ook maar één besje te proberen.

Jaren later, oma is al lang overleden, twee ooms wonen nu in het huis, sta ik met een groep familieleden in de tuin die nog steeds paradijselijk mooi is.  De struiken zitten weer vol kruisbessen. Ze smaken nog net zo lekker. Tot mijn verbazing plukt een tante een kruisbes van de verboden struik. “Wat doe je nou,” roep ik verschrikt. “Daar zitten giftige bessen aan”.  Iedereen staat me verbaasd aan te kijken. Dan weet iemand zich te herinneren dat oma dat tegen de kleinkinderen zei omdat ze bang was dat er anders niet genoeg kruisbessen voor de jam over zouden blijven.

Nog steeds ben ik gek op kruisbessenjam. Natuurlijk heb ik zelf ook bessenstruiken in mijn tuin. Van de rode bessen maak ik jam. De kruisbessenstruik levert te weinig bessen op om jam van te maken. Voor kruisbessenjam moet ik naar Duitsland, in Nederland is deze lekkere jam helaas niet te koop.

vrijdag 10 mei 2013




Droomwoningen

Ik heb een neus voor mooie vakantiewoningen. Het is meestal wel even zoeken, maar dan heb je ook wat. In tegenstelling tot mensen die het onderkomen helemaal niet belangrijk vinden, je overnacht er alleen maar, verblijf ik graag in mooie huizen. Een plezierig onderkomen, waar je je thuis voelt, verhoogt mijn vakantieplezier.  Vorig jaar heb ik in mei een week doorgebracht in een unieke woning in Masserberg, midden in het Thüringer Wald. In de herfst heb ik de complete eerste etage kunnen huren van een alleraardigste woning bij St-Goar, hoog boven de Rijn. En ik ben net terug van een vakantie in Brandenburg, waar ik vlakbij Berlijn een alweer fraai vakantiehuis  had gehuurd. Alle drie de woningen hebben een grote tuin. De laatste woning ligt in een Waldsiedlung, een wijk met vrijstaande woningen omringd door hoge naaldbomen. Een oase van rust, je wordt ’s morgens om 5 uur gewekt door het gezang van veel vogels. Vijf minuten met de auto rijden naar een P+R terrein en dan kun je de S-Bahn nemen naar Berlijn. De rit van 40 tot 60 minuten naar  bijvoorbeeld de Brandenburger Tor of de Alexanderplatz vond ik geen probleem.









Hoogtepunten

Ik had nooit zin om in de lange rij aan te sluiten voor het gebouw van de Reichstag om de koepel te kunnen bekijken. Nu moet je van te voren inschrijven op internet. Wat een verbetering. Ik ben nu in de koepel en op het dakterras geweest.

Ook heb ik nu in de Bernauer Strasse gekeken. Een must als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van de muur. Op dit moment lees ik het boek: ”Tunnel naar de vrijheid”, het waargebeurde verhaal over de ontsnapping van 29 mensen van Oost- naar West-Berlijn.

In de Zimmerstrasse kun je gratis de tentoonstelling bekijken over de Stasi. Heel interessant.

Ook gratis toegankelijk is het nieuwe tentoonstellingsgebouw bij de Topographie des Terrors. De historie van het nationaal socialisme verteld d.m.v. grote foto’s. Indrukwekkend.

Niet gratis maar niet duur. Het Deutsche Technikmuseum. Voor 6 euro kun je de hele dag je vermaken.  Wat is hier veel te zien!  Oude vliegtuigen, schepen, locomotieven, oldtimers, fotografie, film, drukkunst, textiel, pharmacie, een brouwerij, 2 molens. Begin augustus weer open: het vernieuwde Spectrum waar je allerlei proeven kunt doen. Te veel voor een dag, je moet een bewuste keus maken.











Berlijns allerlei

Het laatste weekend van april werd het jaarlijkse Turks-Duitse kinderfeest gehouden bij de Brandenburger Tor. Tijdens het kinderfeest valt er ook voor volwassenen genoeg te doen en te zien. Wat opviel was de goede harmonische sfeer. Hartverwarmend te zien hoe vredig iedereen met elkaar omging.

Een goede sfeer was er ook op de Gendarmenmarkt tijdens dansdemonstraties door kinderen en jongeren van diverse dansscholen . Ook al waren de prestaties niet altijd even hoog, iedereen zat er tevreden naar te kijken.

Een andere plaats waar je Berlijners tijdens hun vrije tijd kunt ontmoeten is op het voormalige vliegveld Tempelhof. De voormalige startbanen zijn ideaal om te fietsen, te skaten, te windsurfen. Op de grote grasvelden worden vliegers opgelaten, kunnen honden vrij rondrennen, worden feesten gehouden. Tempelhof verandert stukje bij beetje in een groot recreatieterrein.






Het Spreewald

Op 1 mei hebben we met de auto een uitstapje gemaakt naar Lubbenau in het Spreewald. Het Spreewald ligt halverwege Berlijn en Dresden. Zo onrustig de eerste mei in Berlijn verloopt, zo gezellig en rustig was het in Lubbenau. Bij de haven speelde een blaaskapel. Mensen zaten vredig op de terrasjes en enkele ouderen dansten op de blaasmuziek. Er was een kleine markt met kraampjes met streekprodukten. Het bekendste  product van het Spreewald is de augurk. Die werden dan ook veel verkocht, in plastic vaatjes van 500 gram, vers uit het vat. Ik vind de Spreewaldgurken onweerstaanbaar lekker, vooral de Knobis, knoflookaugurken. Knapperige sappige augurken. Natuurlijk heb ik ook een vaatje verse knoflookaugurken meegenomen.  In het kookboek van de DDR heb ik een lekker recept gevonden.

Pfeffergurken

Snij 4 dikke augurken in de lengte doormidden. Hol ze wat uit. Bestrooi de augurken met peper. Snij 100 gram Schinkenwurst  in kleine stukjes. ( ik denk dat boterhamworst ook wel kan ). Een Rettich ( mierikswortel ) in stukjes snijden. Het binnenste van de augurk in stukjes snijden. Een klein Camembert kaasje in stukjes snijden. 2 hardgekookte eieren in stukjes snijden. Dit alles vermengen met 3 eetlepels mayonaise, wat zout en peper en wat azijn. Alles in laten trekken en daarna de augurkenhelften mee vullen.

Smaakt voortreffelijk tijdens het kijken naar de film: Goodbye Lenin.

Lubbenau doet denken aan Giethoorn, kleine watertjes met hoge brugjes , karakteristieke huisjes. Lubbenau heeft zelfs iets bewaard wat in Giethoorn allang  verdwenen is. Er varen punters, die nog echt met een originele boom door mankracht worden voortbewogen.

donderdag 25 april 2013

Mirages





Lerares Frans ziet ze vliegen

 Vorig jaar heb ik mijn zomervakantie doorgebracht in Malaucène ( Vaucluse ) aan de voet van de Mont Ventoux. In de hoop Mirages te zien heb ik gekeken bij het militaire vliegveld bij Orange. Helaas, geen vliegtuig te bekennen. Vorige week en deze week wordt de oefening Frisian Flag gehouden. En wat heb ik bij Leeuwarden zien vliegen. De Mirage 2000, die als thuisbasis Orange heeft. Gracieus als een echte Française, brullend als een Parijzenaar die met zijn auto vast zit in het te drukke stadsverkeer.  Wat een prachtig toestel. Vier vertoonden hun kunsten in de lucht. Ook de Mirages F-1 waren van de partij.

Verbaasd dat ik graag naar vliegtuigen kijk en zelfs vliegshows bezoek? Er zijn meer mensen met onverwachte hobby’s. Zo heb ik een collega die in de weekenden regelmatig meerijdt op een vrachtauto. Ik ken een dermatoloog die in zijn vrije tijd op zolder met treinen speelt. Laatst kwam de schilder even binnen bij mij thuis. Ik zag hem bij binnenkomst al kijken naar het poppenhuis in de kamer. Ik begon me al te schamen, ik verwachtte dat hij het belachelijk zou vinden. Maar hij vond het juist heel leuk. “ik heb altijd al een poppenhuis willen bouwen”, was zijn reactie.  Wie weet, schildert hij straks niet alleen mijn woning, maar timmert hij straks voor mij ook nog een fraai miniatuur grachtenpand.

Anja Balt

vrijdag 12 april 2013


Goede doelen

 

Vanmorgen, vrijdag is mijn vrije dag,  heb ik boodschappen gedaan. In de hal van het winkelcentrum is het een kabaal van jewelste. Een groep basisschoolleerlingen staat met blauwe zakken gevuld met lege plastic flessen bij de ingang van de supermarkt. Ze verzamelen blijkbaar statiegeldflessen voor een goed doel. Welk doel dat is, is niet duidelijk. Er is nergens een bord of plakkaat te bekennen. De verkoopster van de straatkrant, de Riepe, staat er ook, nog meer verloren dan anders, bijna weggedrukt door de groep kinderen. Het is dezelfde verkoopster waarover ik in mijn column “geen gezicht” vertel. Ze heeft voor mij nog meer gezicht gekregen. Ik weet nu dat ze Anka heet, uit Bulgarije komt en daar twee dochters heeft. Ik koop een krant en maak een praatje. 15 mei gaat ze tijdelijk terug naar Bulgarije, in de zomer zijn hier veel mensen met vakantie en ze heeft dan minder klanten. Als ik weer naar de auto loop, kom ik weer langs de groep kinderen. Hun onderwijzer staat er met een verveeld gezicht bij. Ik spreek hem aan. “Als elke leerling nu een krant van die mevrouw koopt, heeft zij ook een leuke dag. Jullie staan hier toch voor het goede doel”? “Dat gebeurt niet”, zegt hij chagrijnig. Ik kan het niet nalaten tegen de kinderen te zeggen: “Koop nou een krant van die mevrouw, dan ik zij ook blij”.   “Ik wil wel, maar ik heb zelf geen geld mee”, zegt er één. De reactie van de onderwijzer heb ik niet afgewacht.

Anja Balt

Voor altijd schooljuf

 

Mijn oma zei het altijd al: ”Onze Anja wordt later schoelejuf”. Ze heeft gelijk gekregen. Ik werk al bijna 36 jaar als lerares Frans en Nederlands, waarvan bijna 31 jaar aan de huidige school. Het vroegere juffrouw is inmiddels vervangen door mevrouw. Maar voor mijn oudste oud-leerlingen, die zelf al tussen de 47 en 50 jaar zijn, blijf ik hun Franse juf. Ik kreeg een mail van een oud-leerling, die contact zocht i.v.m. een reünie waar dan ook boven stond: ”Hallo juffrouw Balt”. Zij is de eerste volger geworden van deze nieuwe site. Het doet me goed dat ze me niet vergeten zijn. Anderen hebben oud-collega’s, ik heb oud-collega’s en daarnaast heel veel oud-leerlingen. Een snel rekensommetje maakt me duidelijk dat ik ruim 7000 oud-leerlingen moet hebben. Ik kom ze dan ook regelmatig tegen. De meesten zijn altijd in voor een praatje. Ze herkennen mij onmiddellijk, ik moet bekennen dat ik soms diep moet nadenken voor ik weet wie ik voor me heb. Laatst riep het meisje achter de kassa van de supermarkt enthousiast: ”Dag, mevrouw Balt”! “Heb ik jou in de klas gehad”? vroeg ik. “Nee”, was het laconieke antwoord. “Maar mijn moeder wel”. Ik heb ondertussen inderdaad kinderen in de klas van oud-leerlingen. En dan heb ik het nog niet eens over al die ouders die mij kennen. Juist het contact met mensen maakt het beroep van leraar zo aantrekkelijk.

Helaas heeft het beroep van leraar niet bij iedereen een positief imago. “Deed u vroeger goed uw best op school”? vroeg eens een leerling. “ja, ik deed inderdaad goed mijn best en ik haalde daardoor ook goede cijfers”. “Ik begrijp niet waarom u dan lerares bent geworden”, was het sneue antwoord. Als ik vertel dat ik het werk niet 36 jaar zou hebben volgehouden als ik er niet zo’n  plezier in had gehad, knikken ze begrijpend.

De schattigste opmerking, die ik ooit kreeg, kwam van een buurjongetje van 6 jaar. Ik werkte net op mijn huidige school. Hij zag me elke dag op de fiets, met de schooltas achterop, weg fietsen, net zoals zijn oudere broer en zus. Op een ochtend hing hij dromerig over de heg naar me te kijken. “Anja, wat wil jij later worden”? “Ik ben toch al wat, ik ben lerares”. Hij was niet tevreden met dit antwoord.  “Ja maar jij wil later toch wel wat worden”? Op een school werken was voor hem blijkbaar niet een echt beroep.

 
Anja Balt