vrijdag 22 januari 2016

Een karbies vol herinneringen deel 2: Op audiëntie bij oma


Een karbies vol herinneringen.

Hoofdstuk 2

Op audiëntie bij oma

 
Zelfs vindt de mus een huis, o Heer
De zwaluw legt haar jongskens neer
In ’t kunstig nest bij Uw altaren

  
Tijdens schoolvakanties logeerden we vaak een paar dagen bij oma. Ik verheugde me er altijd op. Het leven speelde zich hoofdzakelijk af in de woonkeuken, daar werden niet alleen de maaltijden genuttigd en pruttelkoffie gedronken, ook ’s avonds zat de familie er bij elkaar. De voorkamer was voor de zon- feest- en verjaardagen. Oma, gekleed in een zwarte of blauwe jurk met stippeltjes of bloemetjes en een schort voor, de lange grijze vlecht gedraaid in een knotje, zat vaak in de keuken de krant  of een boek te lezen. Ook was ze wel aan het werk in de moestuin of was ze bezig buiten de vers geplukte groente te wassen in een teil. Oma bemoeide zich niet echt met ons kleinkinderen zoals moderne oma’s doen. Ze las ons niet voor en speelde ook niet met ons. Ze was wel vriendelijk. Ze was er gewoon.  Als oma de kleinkinderen wilde spreken ging ze daar apart voor zitten. Ze nam dan plaats in een fauteuil in de voorkamer. Meestal werd van te voren aangekondigd dat oma ons ’s middags wilde spreken. Ik speelde dan wat minder ontspannen in afwachting van het moment dat ik bij oma geroepen werd. Soms wilde oma mij alleen spreken, soms wilde ze mijn broertje en mij tegelijk “ontvangen”. Om in de voorkamer te komen liep je eerst door de keuken, dan door de lange gang waar je erg voorzichtig moest lopen want aan één kant stonden de dozen met eieren die voor de verkoop bestemd waren. Oma zat altijd in haar stoel bij het raam. Op tafel stond een theelichtje met mooie gekleurde glaasjes erin. Die plaatjes werden zo mooi verlicht als het lichtje brandde. Wij moesten op een eetkamerstoel voor oma gaan zitten. Het was allemaal heel plechtig. Oma vroeg ons van alles. Hoe het op school ging. Welke psalmen en gezangen we hadden geleerd. School vond ze heel belangrijk. Of we wel gehoorzaam waren. Of we wel lief waren voor onze ouders. Wat we later wilden worden. Oma vond dat ik schooljuffrouw moest worden en ze heeft nog gelijk gekregen ook! Na dit vraaggesprek wilde oma altijd met ons zingen. Ze had het psalmboek al klaar liggen. We begonnen altijd met psalm 42: “’t Hijgend hert der jacht ontkomen”. Daarna psalm 23: ”De Heer is mijn herder, ‘k Heb al wat mij lust. Hij zal mij geleiden naar grazige weiden. Hij voert mij al zachtkens aan waa’tren der rust”. Oma zong heel zachtjes met een wat krakerige stem. Ik zong heel zachtjes mee. Mijn broertje brulde uit volle borst mee. Ik was altijd zo blij dat er verder niemand in de kamer was. Het was iets moois tussen oma en haar kleinkinderen en daar hoorden geen pottenkijkers bij. Ik werd er ook erg verlegen van. Oma koos ook altijd samen met ons een psalm uit.. Zoals een keer psalm 84: “Zelfs vindt de mus een huis , o Heer”. Voor elke maandag moesten we een psalm of gezang uit het hoofd leren. Dit werd dan het eerste uur op school overhoord. Je hoorde een 10 te hebben op je rapport voor vers of tekst. Ik koos psalm 84 omdat mijn broertje deze psalm moest kennen na de vakantie.  Blij dat hij kon laten horen wat hij net geleerd had zong hij luidkeels: “Zelfs vindt de mus een huis o Heer, de zwaluw legt haar jonkies neer in de kunstmatige mest bij Gods lantaren”. Gelukkig hoorde oma, die wat doof begon te worden, het niet. Ik moest veel moeite doen om niet te lachen. Zoals ook die keer dat we bij oma zaten en hij zachtjes tegen me zei: “Oma heeft net zo’n stem als Malle Pietje”. Malle Pietje kenden we van de televisieserie Swiebertje. Malle Pietje, gespeeld door Piet Ekel, was voddenkoopman en de vriend van Swiebertje. Na het zingen kregen we soms nog wat geld voor in onze spaarpot. Ik was altijd opgelucht dat ik hierna weer lekker naar buiten kon om verder te spelen.

Vier foto's van het theelichtje met de mooie plaatjes van oma



Geen opmerkingen:

Een reactie posten