zondag 20 maart 2016

Varkens: hoe mijn liefde voor deze dieren is ontstaan.


Een karbies vol herinneringen

 
Hoofdstuk 8 
 
Varkens: hoe mijn liefde voor deze dieren is ontstaan.

 
Als we bij oma logeerden gingen we een enkele keer met de bus naar de Basse waar een zuster van oma  samen met één van haar zonen een boerderij had. Mijn eerste bezoek als kleine peuter aan tante Griet was niet zo’n succes. Ik dribbelde aan de hand van mijn moeder de boerderij binnen, haalde mijn kleine neusje op en zei met een vies gezichtje: ”Het stinkt hier.” Om er nog een schepje bovenop te doen zei ik toen oom Wicher, de zoon van tante Griet, mij zijn grote ruwe hand toestak: “Jij heb vieze handen”, en demonstratief verborg ik mijn handjes op de rug. Dit schoot bij tante Griet en haar zoon in het verkeerde keelgat. Dat stadse meisje in haar zondagse jurkje met witte kniekousjes, zwarte lakschoentjes en een grote strik in het krullende haar viel niet in de smaak. En mijn ouders werden voor dit gedrag aangezien. Die voedden hun dochtertje op tot een eigenwijze stadse juffer.  
 
Toch gingen we een jaar later weer met de bus naar de boerderij van tante Griet. Ik was van tevoren goed gewaarschuwd. Ik mocht vooral niet zeggen dat het stonk en ik moest iedereen vriendelijk een hand geven. Alles verliep op rolletjes, ik gedroeg me bijzonder lief en gehoorzaam. Zo lief dat oom Wicher besloot mij de boerderij te laten zien. Hij deed een hokdeur open en ik stapte nieuwsgierig naar binnen. Ik kon net over het houten schot heen kijken en wat ik toen zag: een groot roze varken met een heleboel kleine biggetjes. Ik was verrukt. Zulke aardige dieren had ik nog nooit gezien. Ze maakten tevreden knorrende geluidjes en hadden grappige krulstaartjes. Er waren nog meer hokken met grote varkens en biggetjes. Ik was er niet bij weg te slaan. Ik wilde steeds weer bij de varkens kijken. Vergeten waren de nuffige opmerkingen van dat stadse juffertje. Dit was een heel ander kind. Een klein meisje dat zo gek was op varkens moest wel aardig zijn.

In prentenboeken zocht ik altijd naar afbeeldingen van varkens. Bij oma knipte ik uit het tijdschrift De Boerderij de foto’s van varkens uit. Helaas zag en zie je weinig tot geen varkens buiten rond scharrelen. Ik moest het hebben van onze vakanties op de Veluwe of in Rijssen. We waren een keer een dag op bezoek bij tante Tine en oom Gerrit is Soest. Tijdens een wandeling ging ik helemaal uit mijn dak. Aan de overkant zag ik bij een boerderij een paar varkens in het land. “Wat een schatjes”, riep ik blij. Tante Tine dacht dat ik de twee kleine meisjes bedoelde die toevallig aan de overkant met hun moeder aan het wandelen waren. Ze zei dan ook direct: “Oh ja, wat schattig met die strikken in het haar.”
 
Mijn liefde voor varkens is ook bij mij thuis te zien. Ik heb verschillende gebruiksvoorwerpen in de vorm van een varken of met de afbeelding van een varken. In Duitsland is het varken het symbool voor geluk. Als je mazzel hebt zeggen ze: “Schwein gehabt.” Tijdens de jaarwisseling duiken overal beeldjes van varkens, marsepeinen varkens en afbeeldingen van varkens op.  Deze varkens hebben vaak een gelukspenning of een klavertje vier in de bek. Vaak wordt het varken samen met een schoorsteenvegertje afgebeeld. Als iemand varkens had, had hij genoeg te eten. Het varken als symbool van geluk, welstand en rijkdom.

 
Anja Balt

Deze ansichtkaart moest ik natuurlijk hebben. Gekocht tijdens een vakantie in Nunspeet.

Varkens in Ecomusée d'Alsace.

Oud varkensras in Tierpark Nordhorn.

Openluchtmuseum Hessenpark

Freilandmuseum Bad Windsheim.

Dit boek kon ik niet laten liggen.

Ook in de tuin heb ik een varken met biggetje.




Luchtballon in de vorm van een varken tijdens de ballonfeesten Joure.

Kinderdraaimolen op de kermis in Harlingen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten